Tijdens de persconferentie op het Antwerpse stadhuis met de burgemeesters Janssens en Aboutaleb van Rotterdam op 28 oktober jl. deed deze laatste een opgemerkte uitspraak. Burgemeester Aboutaleb greep het uiterlijk voorkomen van een jonge vertegenwoordiger van de Europese Jongerenhoofdstad aan om zijn visie op de 'ontwikkeling van de Rotterdamse jongeren' in de verf te zetten. Volgens de burgervader hield dat in dat "de haren gaan plat liggen en de gympies vervangen worden door zwarte schoenen."
Burgemeester Janssens wist het veld te ontmijnen met een kwinkslag door te verwijzen naar zijn eigen 'dasloze' verschijning. Een reporter van StampMedia zag verscheidene wenkbrauwen de hoogte ingaan en nam achteraf contact op met Rogier Elshout, de jongere in kwestie.
Nood aan verandering
“Ik vind het een compliment dat hij zei dat ik hem over twintig jaar zou kunnen opvolgen,” reageert Elshout, “maar ik hoop daar in te slagen zonder mijn haar in een scheiding te leggen en mijn das net te trekken.”
Jongeren die actief zijn in jeugdraden zijn erg bezig met hun idealen en willen een frisse wind brengen denkt Elshout. “Ik zou dingen willen bereiken zonder ‘het systeem’ te moeten accepteren,” legt hij uit. “En misschien heeft de Antwerpse burgemeester dan wel gelijk en hoeft die stropdas helemaal niet.”
Dat Rotterdam nog tot december Europese Jongerenhoofdstad is, maakt de uitspraak van Aboutaleb helemaal verrassend, want veel jongeren krijgen immers de kans niet om een maatpak en stropdas aan te trekken. “Je kan een hangjongere in een maatpak steken, maar je zal hem nooit begrijpen,” zegt Elshout. “Het gaat erom de jongeren uit te nodigen in de beleidswereld en dat gaat niet door alles gewoon te doen zoals altijd. De meeste jongeren hebben geen interesse in de politiek, al is het maar omdat er constant gepraat wordt in een taal die ze niet begrijpen.”
Hoewel Elshout zelf al enige tijd meedraait in de bestuurswereld, is hij er van overtuigd dat er nood is aan verandering. “Er moeten andere manieren gezocht worden om met de jongeren in contact te komen,” zegt Elshout. “Misschien moet de jongere er dan een beetje deftig uit zien, maar het vraagt wederzijdse aanpassingen om de kloof tussen de jongeren en de politici te kunnen dichten.”
© 2009 – StampMedia – Carmen Van Oers