(MO*) Het Living Planet Report stelt vast dat België de zesde plaats inneemt op de ranglijst van de landen met de grootste ecologische voetafdruk ter wereld. Bovendien hebben rijke landen een voetafdruk die gemiddeld vijf keer groter is dan die van arme landen. De situatie is problematisch en WWF trekt aan de alarmbel.
Volgens het Living Planet Report dat het WWF op 15 mei lanceerde is de Belgische voetafdruk de zesde grootste ter wereld. Dit is voor de helft te wijten aan ons energieverbruik, wat voornamelijk in huishoudens en in de transportsector hoger is dan in onze buurlanden. België heeft ook een belangrijke chemische en metaalindustrie. Bovendien zitten we meer dan zeven maal boven het wereldwijde gemiddelde wat bebouwde terreinen betreft. We bouwen relatief grote huizen voor relatief kleine gezinnen en hebben een zeer uitgebreid wegennetwerk.
Bovenaan de lijst staan Qatar en Koeweit, samen met de Arabische golfstaten. ‘Deze gebieden stoten een waanzinnige hoeveelheid koolstof uit’, zegt Koen Stuyck van WWF. ‘Er wordt aan een hoog tempo grote bebouwing neergezet en het energieverbruik is enorm. Denk maar aan de airconditioning in deze reusachtige gebouwen, of aan de ijspistes die worden aangelegd’.
Opvallend is de grootte van de ecologische voetafdruk van Denemarken. ‘De cijfers zijn gebaseerd op gegevens van enkele jaren geleden en toen had Denemarken nog een conservatieve regering. Nu wordt meer geïnvesteerd in groene energie’, zegt Stuyck. ‘Het land heeft ook een heel open economie en de massale import en export heeft ook een grote invloed op de ecologische voetafdruk’. Denemarken wordt gevolgd door de Verenigde Staten, die verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de vervuiling.
De kloof tussen arm en rijk
Buitenlandse investeerders kopen in ontwikkelingslanden grote stukken land op om productiecapaciteit veilig te stellen voor intensieve landbouw in de toekomst. Dit heeft een groot verlies aan biodiversiteit als gevolg. Ook wordt de toegang voor lokale landbouwers afgesloten tot dit land, wat verdere marginalisering in de hand werkt. Meer dan de helft van deze gronden bevinden zich in Afrika maar ook in Azië en Latijns-Amerika.
De voedselcrisis, maar ook bevolkingsgroei, consumptietoename en een toegenomen vraag naar voedsel, biobrandstoffen, grondstoffen en hout hebben dit fenomeen een enorme boost gegeven. WWF schat dat, sinds 2000, een grondgebied ter grootte van West-Europa is ingepalmd via overeenkomsten tussen investeerders en arme landen in het zuiden.
Tijd voor actie
Het rapport stelt een reeks oplossingen voor die worden geformuleerd in 16 prioriteiten met onder meer het beschermen en herstellen van biodiversiteit en ecosystemen, efficiëntere productiemethoden die minder grondstoffen en energie verbruiken, beter en minder consumeren en de waarde van biodiversiteit en ecosysteemdiensten erkennen en integreren in politieke en economische beslissingen. Ook wordt aangedrongen op het maken van wettelijke en beleidskaders die toelaten een eerlijke en duurzame toegang tot voedsel, water en energie te bekomen voor iedereen.
"We kunnen een toekomst maken die voedsel, water en energie voorziet voor negen of tien miljard mensen die de planeet in 2050 zal moeten onderhouden", zegt Jim Leape, directeur van WWF Internationaal.
Het rapport wordt gelanceerd vijf weken voor in Rio De Janeiro de VN-conferentie voor Duurzame Ontwikkeling start. ‘De conferentie kan en moet het moment zijn voor regeringen om een nieuwe koers uit te zetten naar een duurzame en sociaal rechtvaardige samenleving. Het is een unieke opportuniteit voor de coalitie van iedereen die meewil om de krachten te bundelen en een cruciale rol te vervullen in het behoud van onze levende planeet’, aldus nog Jim Leape.
© 2012 - MO* - Liesbet Van Hoe