Toen Ieperse jeugdvrienden Alexandro en Ben een half jaar geleden tijdens de eerste coronagolf, zonder werk vielen, begon het bij de creatievelingen serieus te kriebelen. Gewapend met een camera, maar zonder veel voorbereiding, trokken de twee de straat op om aan de Ieperlingen te gaan vragen: “Hoe is ‘t?”. Zo ontstond 'Oe Ist?', een volkse reportage waar de West-Vlaamse warmte van afdruipt.
‘Een echte rolverdeling? Die was er initieel niet. Het enige wat vaststond, was dat ik achter de camera zou staan, en Alexandro ervoor’, begint Ben. Gelukkig leerden de jongemannen, die samen opgroeiden, al snel elkaars sterktes kennen. ‘Ik ga altijd op zoek naar een verhaal dat niet alleen informatief, maar ook en vooral herkenbaar is’, legt Alexandro uit. ‘Dan zoek ik het in mijn eigen kring, maar ik trek even graag de straat op.’
Onvoorbereid
Al ging er uiteindelijk niet veel voorbereiding schuil achter de reportage. ‘Alexandro en ik werden op hetzelfde moment werkloos’, vertelt Ben. ‘Hadden we altijd al het idee om samen iets te creëren, dan was dit het ideale moment. Met een globaal idee en een camera trokken we de straat op. De rode draad, die kwam eigenlijk pas tijdens de montage naar de voren.’
Ook Alexandro houdt niet zo van strikte voorbereidingen: ‘Je weet op voorhand wel op welke vragen je een antwoord wilt krijgen, maar hoe een gesprek zal lopen kan je toch niet voorspellen. Mij zal je dus niet snel met een vragenlijst zien, ik ga liever spontaan met mensen in dialoog.’
“Mij zal je niet snel met een vragenlijst zien.” - Alexandro
En de gewone mens, die staat centraal in Oe ist? Al durven die wel eens raar opkijken wanneer je ze van de straat plukt en een camera op hen richt. Gelukkig maakte niemand daar een probleem van, volgens Ben: ‘Vaak vonden mensen het wel leuk om te figureren in een reportage.’
Een gepland gesprek met een leerkracht kon dan weer niet doorgaan. Haar echtgenoot, die al zes jaar kanker heeft, werd vlak voor de opnames in het ziekenhuis opgenomen. ‘Ik ben er vooral benieuwd naar hoe het met hem gesteld is’, zegt Alexandro nog.
Constructieve kritiek
Ondanks de summiere voorbereiding gingen de opnames en de samenwerking vlot, beamen de twee jeugdvrienden. Dat ze goed met elkaars kritiek om kunnen, daar zijn ze het over eens. ‘We waren niet alleen tevreden van het eindresultaat, maar ook van elkaar’, vat Ben samen. De productie daarentegen ging er soms wat chaotischer aan toe. ‘Chaos is voor mij de ideale basis voor creativiteit’, lacht Ben.
Maar die constante creativiteit vreet energie, zeker op draaidagen die van acht uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds duren. ‘Al had ik vooral de montage onderschat’, geeft Ben toe. ‘Dit was mijn eerste project van zo’n omvang, en ik had gedacht de volledige reportage in enkele weken te kunnen monteren. Dat is helemaal anders gelopen.’ De reportage wordt pas een halfjaar na de opnames gereleaset. ‘Het duurt allemaal net ietsje langer omdat ik zo kritisch kan zijn’, voegt Alexandro toe.
“Chaos is de ideale basis voor creativiteit.” - Ben
Wanneer je veertig uur aan materiaal in een coherente reportage van veertig minuten moet gieten, bots je al eens op verrassingen, weet Ben: ‘Je zou het misschien niet verwachten, maar tijdens de montage komt vooral de storytelling aan bod.’
En hoewel Ben het in de toekomst niet anders zou aanpakken, heeft Alexandro toch zo z’n bedenkingen: ‘Dat je je beter had kunnen voorbereiden of beter materiaal had kunnen gebruiken, dat merk je natuurlijk pas achteraf.’
‘Trots op onze stadsgenoten’
‘Ik ben niet uit op de primeurs’, stelt Alexandro, ‘wel op verhalen uit vergeten hoeken.’ Dat er nog een groot project in de steigers staat waar Alexandro erg trots op is, is het enige wat hij kan verklappen. Maar ook Ben heeft honger naar meer: ‘Dit soort projecten sleurt me uit mijn comfortzone, en het is daar dat ik het meeste leer.’ Maanden aan een project werken, schenkt immers des te meer voldoening wanneer je dat aan het grote publiek kan tonen. ‘We zijn trots op onze stad en onze stadsgenoten. We hopen dat ze ook fier zijn op ons.’
Dit artikel werd eerst gepubliceerd op Keeping Up With Kilien 01/12/2020