(PIDMAG) Taalfouten zijn van alle tijden. De mythe dat het steeds slechter gesteld zou zijn met onze taalbeheersing, wordt met liefde ontkracht door experts: in Latijnse inscripties barstte het ook al van de uitschuivers. Maar hoe ontstaan zo’n fouten en waarom zijn ze zo hardnekkig?
Dit artikel word interessanter als een gemiddeld artikel. In het vorig zinnetje staan zomaar even twee flinke taalfouten. Een klassieke dt-fout en ‘interessanter als’ moet ‘interessanter dan’ zijn. De overtreffende trap is dus verkeerd gebruikt. Zo’n zin zou op sociale media direct zorgen voor een stroom aan reacties. “Onnozelaar”, “Leer schrijven!”,... Wie er niet in slaagt een correcte zin neer te pennen, wordt meteen als dommerik afgeschilderd.
Dee tee
We verafschuwen dt-fouten. Het zijn daarom de bekendste, maar helaas ook de meest voorkomende fouten. Ellen Danckaert (24) deed onderzoek naar dt en benoemde de invloed van het geheugen bij het maken van zo’n fouten. “In het geval van ‘betaalt’ en ‘betaald’ bijvoorbeeld, gaat het om homofoondominantie. Betaalt en betaald zijn woorden die hetzelfde klinken. Een van de twee vormen is dominant: ‘betaald’ is de vorm die we het meest tegenkomen. Zelfs als de niet-dominante vorm juist is, zullen we zonder diep na te denken neigen naar de dominante vorm en krijg je fouten als ‘hij betaald’.”
Volgens professor Dominiek Sandra (Universiteit Antwerpen) spelen stoorzenders een belangrijke rol bij het maken van fouten. “Hoewel de spelling van de Nederlandse werkwoordsvormen zo eenvoudig is, zorgt het feit dat de toepassing van de spellingregel tijdrovend is. Het dominante woordbeeld wordt automatisch, als een soort pop-up, geactiveerd. Iets wat je vaker ziet, ga je sneller gebruiken.”
Gebrek aan training, timing en nonchalance zorgen er dus voor dat fouten in teksten sluipen. Afstand speelt ook een rol: “Hoe verder het vervoegd werkwoord en onderwerp of hulpwerkwoord en voltooid deelwoord uiteen staan, hoe groter de kans op fouten. Dat komt omdat het werkgeheugen meer tijd nodig heeft om de grammaticale kenmerken terug te vinden”, zegt Sandra.
Puristen
Dt-fouten zijn onvergefelijk, maar voor andere spellings- en grammaticafouten zijn experts iets milder. Volgens Wouter van Wingerden, taaladviseur bij het Genootschap Onze Taal, is er immers een groot verschil tussen het maken van dt-fouten en andere fouten. Een fout zoals ‘interessanter als’ wordt door van Wingerden niet als een echte fout bestempeld. “Voor taalkundigen is het normaal dat bepaalde uitspraken ingebakken zitten. De standaardtaal wordt door de puristen gebruikt en alles wat daar niet aan voldoet is dan maar fout. Goed of fout is in dezen nu eenmaal niet voor iedereen gelijk, al gelden de regels wel voor iedereen. Je kunt je afvragen of een dt-fout een vergissing is of dat men het systeem niet kent. Homofoondominantie zal best een factor van belang zijn, maar ik denk ook dat dat een gemakkelijk excuus is.”
Rik Schutz van de Nederlandse Taalunie zegt dat veel taalfouten simpelweg bestaan omdat ze niet zijn opgenomen door de ontwikkelaars van onze grammatica. “Wanneer de eerste grammaticaschrijvers het al eeuwenlang gangbare ‘groter als’ geregistreerd hadden als correct, was het nu niet fout.” Uiteraard is dat een beetje het kip-en-eiverhaal, maar het bewijst wel dat wat goed of fout is in taal heel vergankelijk is.
© 2015 – StampMedia - Dennis Kant
Dit artikel werd gepubliceerd door Knack.be op 09/04/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 15/04/2015