Onze reporter Karolien Segers gaat een week lang op zoek naar de ziel van circus. Onderweg ontmoet ze boeiende mensen. Vandaag aan het woord: minister voor cultuur Sven Gatz (Open VLD): “Circus heeft zichzelf van de periferie naar het centrum kunnen werken.”

Minister Sven Gatz (open VLD) heeft een interessante portefeuille in handen: jeugd, media, cultuur en Brussel. Hij heeft er dagelijks zijn handen mee vol en probeert op de hoogte te blijven van wat er leeft binnen deze bevoegdheden. “Ik probeer zo veel mogelijk op het terrein te zijn”, vertelt Gatz. “Met mijn portefeuille valt er altijd iets leuk te beleven en passeren heel wat mensen uit het veld op mijn kabinet. Hierdoor krijg ik een beter zicht op wie ze zijn en wat ze doen. Ik volg de media op de voet en heb mijn medewerkers als extra ogen. Er is bijgevolg uiteindelijk weinig dat me ontgaat.”

Iedereen circust

Als minister van Cultuur zet Gatz zijn schouders onder de verdere ontwikkeling van de circuskunsten. “Circus is interessant omdat de energie van onderuit ontstaat. Jonge mensen vinden circuskunsten opnieuw uit. Bovendien is circus erg toegankelijk, omdat iedereen circus kent. Iedereen begrijpt het en kan het doorgronden. Circus is daarom laagdrempeliger dan andere kunstvormen. Circusateliers voor kinderen en jongeren zijn dan ook erg populair. Ik vind het daarom enorm interessant om het in de etalage te zetten.”

Op politiek niveau zag men deze positieve evolutie nochtans niet aankomen. “10 jaar geleden dachten de mensen misschien dat de laatste het licht zou uitdoen, maar dat blijkt helemaal niet het geval”, aldus Gatz.

Circusdecreet

In 2008 vaardigde de Vlaamse regering het circusdecreet uit. Het laat circi toe om projectmatig subsidies te krijgen. Gatz hoopt tijdens zijn ambtstermijn dit decreet te herzien. “Het lijkt me zinvol om komend werkjaar te kijken waar het circus staat en waar het de komende jaren naartoe evolueert om te zien hoe we dat nu beter moeten ondersteunen. Binnen de commissie moeten we bekijken hoe we het circusdecreet het best aanpakken: nemen we het op in het kunstendecreet of blijft het apart?”

Tegelijk voert de regering geen proactief beleid, volgens Gatz. “Ik geloof in dingen die vanuit de burgers ontstaan. Het beleidskader zou het juiste ritme moeten volgen, dusmisschien kunnen we hier en daar wat proactiever zijn. Zo moeten we nadenken over hoe we onze circusartiesten internationaal meer ruimte willen geven.”

“Het belangrijkste is dat je dingen laat gebeuren vanonder uit. Ik ben voldoende liberaal om dat te zeggen. Met het beleidskader creëren we natuurlijk een bepaalde context, maar het is niet door ons beleid dat iets tot stand komt. Dat gebeurt omdat mensen dat zelf belangrijk vinden en dat dan op de culturele en politieke agenda zetten.”

Cultuurprijs voor de circuskunsten

In april raakte bekend dat de Vlaamse regering een aantal nieuwe cultuurprijzen in het leven roept, waaronder de cultuurprijs voor de circuskunsten. Deze prijs zal om de drie jaar worden uitgereikt. Naast het prijzengeld van 10.000 euro is het een mooie erkenning. “We merken dat circuskunsten zich steeds meer manifesteren dus is het logisch dat ze een prijs krijgen. Hiermee tonen we aan dat circuskunsten deel uitmaken van ons Vlaams cultuurlandschap en maken we circuskunsten zichtbaarder.”

Gatz is tevreden met de populariteit van circus, maar benadrukt het internationale gegeven. “Wat we in Vlaanderen meemaken is niet uniek, ook in andere landen zien we dezelfde beweging. De circuskunsten hebben zichzelf van de periferie naar het centrum kunnen werken, maar er is nog groeimarge. Er zijn veel jonge spelers, waardoor er steeds meer en betere spelers op het veld komen.”

© 2015 – StampMedia – Karolien Segers



Dit artikel werd gepubliceerd door Newsmonkey.be op 17/12/2015