Het mag geweten zijn: Ama Koranteng-Kumi is een straffe madam. Pendelend tussen Antwerpen en Amsterdam deelt Ama haar expertise door middel van haar persoonlijke projecten alsook andere projecten, op voorwaarde dat de maatschappelijke relevantie centraal staat. Lees het volledige interview.
Sinds kort is Ama Koranteng-Kumi interim projectleider van ‘Front Office Antwerp’; een innovatief project geïnitieerd door de Karel de Grote Hogeschool met steun van het Europees Sociaal Fonds. Dit project heeft als doel de hoogopgeleide laatstejaars studenten en recent afgestudeerden met een migratieachtergrond sterker te verbinden met de arbeidsmarkt. Daarboven is Ama ook sociaal ondernemer en oprichter van ‘Bloei & Groei’, een maatschappelijk project in Amsterdam dat vrouwen empowert om zich bewust bezig te houden met natuur én persoonlijk leiderschap.
Het is duidelijk dat jij een manusje van alles bent, kan je in een notendop je achtergrondverhaal voor ons uit de doeken doen?
Mijn naam Ama Koranteng-Kumi vertegenwoordigt mijn gemixte roots. Ik heb een Ghanese vader en een Surinaamse moeder. Ik ben in Ghana geboren, deels in Liberia getogen en op mijn elfde in Nederland komen wonen. Sinds twee jaar kan ik Antwerpen ook mijn thuisstad noemen.
Manusje van alles? (lacht) Mijn stappen zijn net doordacht en precies. Het was natuurlijk niet altijd het geval, maar hoe beter je jezelf leert kennen, hoe meer je buiten de gebaande paden treedt. De invulling van mijn werk en carrière ligt heel dichtbij mijn potentieel: waar ik goed in ben, wat ik graag doe, en waar ik van wakker lig. De rode draad doorheen mijn projecten, of ze nu door mezelf zijn opgestart of in opdracht van anderen, is persoonlijk leiderschap, sociaal-maatschappelijke relevantie en creativiteit. Ik ben geboeid door tegendraadse projecten die te midden van onze onstuimige maatschappij een beetje positieve verandering of reflectie in het leven van mensen teweeg brengen.
Daarom durf ik mezelf ook wel een sociaal ondernemer te noemen. Daarnaast heb ik ervaring in advies en ontwikkeling van communicatiestrategieën, schrijf ik regelmatig over thema’s die me nauw aan het hart liggen en heb ik drie jaar geleden - via mijn vzw Creating Edges - een maatschappelijk project ‘Bloei & Groei’ opgezet.
Je wil vrouwen empoweren op een ecologisch verantwoorde wijze. Kan je kort even uitleggen hoe jouw maatschappelijk project 'Bloei & Groei' dat doet?
‘Bloei & Groei’ is een maatschappelijk project in Amsterdam Zuidoost, het groenste stadsdeel van Amsterdam dat nog te weinig bekend is. Ieder jaar stellen we tuintjes beschikbaar voor vrouwen uit de buurt om voedsel (groenten, fruit, kruiden) te kweken. Sinds onze oprichting in 2014 hebben we bijna honderd vrouwen met een tuintje kunnen verblijden. De tuin dient enerzijds als een oase om tot rust te komen van de dagelijkse struggle, anderzijds willen we kennis verschaffen over de natuur en gezonde voeding.
Het is ook politiek: zeggenschap over onze voeding, weten wat wij eten, en goed eten toegankelijk maken ongeacht je portemonnee. Naast het ‘groene’ aspect zetten we in op persoonlijke ontwikkeling en leiderschap. We faciliteren workshops, een tikje creatief, en nauw verbonden met de natuur. Sinds kort hebben we een nieuw traject dat vrouwen stimuleert om groene initiatieven in de buurt op te zetten.
Waarom de natuur? De natuur kan als inspiratiebron dienen en laadt ook op. Het is ook een spiegel tot zelfreflectie. Je kunt je hoofd leegmaken, het zorgt voor ingeving en prikkelt je zintuigen. Met “Bloei & Groei” willen wij een bewuste en respectvolle omgang met de natuur stimuleren, ook voor de volgende generatie. In Amsterdam Zuidoost zijn vrouwen in de meerderheid en leidend binnen de gemeenschap. Dit project is zeker ontstaan vanuit een feministisch gedachtegoed. Tja, ik ben er ook zo eentje ... (lacht)
Wat heeft ervoor gezorgd dat je op dit moment in België bent gevestigd?
Eigenlijk heb ik veertien jaar geleden al kort in Antwerpen gewoond om een vervolgstudie (een postgraduaat Bedrijfscommunicatie bij de Vlekho-hogeschool in Brussel, red.) te volgen. Ik had nooit gedacht dat ik ooit zou terugkeren, maar dat deed ik uiteindelijk voor de liefde (lacht). Sindsdien sta ik met één voet in Antwerpen en de andere in Amsterdam.
(Foto © Joël Diensi)
Nu je beide maatschappijen ervaren hebt, kan je vertellen wat volgens jou de grootste verschillen zijn tussen België en Nederland?
Opvallend zijn de cultuurverschillen en dat alle clichés kloppen (lacht). Je wordt daar dagelijks mee geconfronteerd in je doen en laten, dus die verschillen vielen meteen op. Op eerste gezicht vind ik Vlamingen iets afstandelijker in hun sociale omgang. Ik had het moeilijk om banden aan te leggen. Dat is ‘typisch Vlaams’. Nederlanders zijn in eerste instantie opener en socialer in de omgang. Antwerpenaren hebben wat meer tijd nodig om hun sociale kant te tonen.
De taal is ook anders. Een grappige anekdote: bij het inplannen van meetings bij mijn vorige job bleek wat ik onder voormiddag verstond niet overeen te komen met de betekenis hier. In Nederland bedoelen we met voormiddag de vroege namiddag en dus tussen twaalf en veertien uur. In België betekent dat voor voor twaalf uur 's middags. Dus je ziet al hoe het in het begin voor chaotische agenda's heeft gezorgd.
Aangenaam is de bourgondische levensstijl. Goed en uitgebreid eten. Helemaal heerlijk vind ik dat.
Wat mij ook opvalt aan Antwerpen is de segregatie van bevolkingsgroepen. Als je op het Centraal Station van Antwerpen aankomt, zie je de inwoners van een superdiverse stad, maar die diversiteit zie je niet verspreid over heel de stad. In plaats daarvan heb je hier echt te maken met concentratiewijken, vaak te wijten aan armoede en vervreemding. Een vervreemding van beide kanten (autochtonen en nieuwe Vlamingen) trouwens. Ik vind dat de grenzen in Antwerpen op vele vlakken te scherp zijn. In steden als Brussel of Amsterdam voel ik me meer op mijn gemak en geprikkeld omdat er sprake is van meer kruisbestuiving en een verscheidenheid die hieruit voorkomt.
Er wordt ook gezegd dat Antwerpen qua verschillende nationaliteiten de metropool New York voorbijstreeft. Je ziet dit enkel terug in sommige straten en wijken, maar Antwerpen lijkt meer op een “eilandengroep” met verschillende identiteiten die amper samenkomen. Die segregatie is ook merkbaar in het cultureel aanbod en hoe er met talentontwikkeling wordt omgegaan.
Een concreet voorbeeld: ‘Born in Antwerp’ werd vorig jaar als een creatief manifest in het leven geroepen. Er werden enkele curatoren aangesteld (Bruno Pieters, Lieven Segers, Axel Enthoven, Rizon Parein en Isabel Van Den Broeck, red.) om invulling te geven aan de programmering. Het effectieve doel was om de creativiteit van de stad in kaart te brengen. Een lijst om u tegen te zeggen uiteraard, maar wel één met allemaal witte en gevestigde namen. Een buitengewoon gemiste kans, want de programmering was geen volledige weerspiegeling van wat er beweegt binnen de Antwerpse creatieve sector of wat kan bewegen. Juist binnen die sector zou men ook oog moeten hebben voor wat er zich in de marges afspeelt. Ik vond dit erg jammer en een verkwisting, “Wat is dan jouw boodschap als stad?”. De stad Antwerpen wilt immers haar creativiteit aantonen, maar laat culturele diversiteit volledig buiten spel. Er zijn zoveel jongeren, creatief talent, met een migratieachtergrond, die niet hun weg naar dit manifest hebben gevonden.
Vandaag heb jij er onder meer je missie van gemaakt om jonge hoogopgeleiden met een migratieachtergrond aan een gepaste job te helpen. Hoe ben je nu uiteindelijk projectleider van Front Office Antwerp geworden?
Om te beginnen is Front Office Antwerp een initiatief van de Karel de Grote-hogeschool in samenwerking met het Europees Sociaal Fonds (ESF). Het doel is om een innovatieve oplossing te bieden aan het feit dat er in Vlaanderen hoogopgeleide jongeren met een migratieachtergrond moeite hebben om een geschikte baan vinden. Als je puur naar de cijfers kijkt, zie je dat hoogopgeleiden met een migratieachtergrond met eenzelfde diploma en competenties als autochtone inwoners meer moeilijkheden ondervinden om werk te vinden en te behouden. De werkloosheidsgraad bij hooggeschoolde allochtonen ligt zeven maal hoger dan bij hun ‘autochtone’ peers. Vaak eindigen ze in een job die niet ‘op hun niveau’ is.
We stellen concreet vast dat jongeren nood hebben aan een krachtgerichte ondersteuning, waaronder een beter zicht op de realiteit van de arbeidsmarkt, een beter netwerk en meer relevante contacten op de arbeidsmarkt. Bovendien is ‘grinta’ (voetbalterm voor doorzetting, red.) om verder te gaan ondanks discriminatie en vooroordelen nodig Want we moeten onze ogen niet sluiten voor dat laatste. Dit speelt hard mee. Er ligt vooral een verantwoordelijkheid bij werkgevers om hiervan wakker te liggen. Wij willen inzetten op een dubbele werking; de noden van jongeren en werkgevers faciliteren en onderlinge relaties en vertrouwen opbouwen. Zonder pretentie willen we persoonlijk leiderschap en verbinding als waarden centraal stellen.
Wat heeft ervoor gezorgd dat jouw visie binnen die van dit project past?
Ik zet me in voor projecten met een sterke maatschappelijke relevantie. Diversiteit op de arbeidsmarkt is een urgent onderwerp dat al lang speelt en waarvoor meer nood is aan een integrale aanpak. Dus ook aandacht voor instroom in het hoger onderwijs en de rol van werkgevers.
Ik geloof wel in persoonlijk leiderschap. Ik heb ook moeten timmeren aan mijn weg, door mijn opleidingen te voltooien, het werkveld op te gaan, mijn weg binnen de arbeidsmarkt te vinden en zo mijn doelen te bereiken. Ik heb mezelf ook kritische vragen gesteld als: Wat wil ik? Wie ben ik? Waar sta ik voor? Jezelf afvragen of je wel goed genoeg bent, of je wel aan alle verwachtingen kan voldoen - ook die van thuis uit - heb ik ook meegemaakt. Ik besef al te goed dat mijn weg niet die van een ander is en ik ben ook voorzichtig met een ‘Dutch Dream’ of 'Belgian Dream’ verhaal uit te hangen. We horen dezelfde kansen te krijgen, maar we zijn niet allemaal in staat om die te kunnen benutten. Ik heb mijn broer als zwarte man zien opgroeien in deze maatschappij en zaken waar hij tegen aan liep – een fractie daarvan meemaken was me al teveel geweest. Zijn struggle heeft mijn ogen veel meer geopend, me bewuster gemaakt van mijn positie, de kansen die ik kreeg en zelfs mij m'n eigen kansen doen creëren. Ken je sterktes en zwaktes, heb er vertrouwen in en weet wat je nodig hebt om daar te geraken. Alles kan nog altijd mislukken, zeg ik vaak, maar misluk dan wel onder je eigen voorwaarden.
Wat verwacht je van dit project?
Front Office Antwerp is voor mij succesvol als we een omgeving kunnen creëren waar we hoogopgeleide jongeren - laatstejaars en net afgestudeerden - kunnen faciliteren om vol zelfvertrouwen de arbeidsmarkt te betreden. Het moet ook een plek zijn waar jongeren een reële kijk op de (toekomstige) arbeidsmarkt ontwikkelen en een duurzaam netwerk met onder andere werkgevers kunnen opbouwen.
Heb je momenteel nog andere projecten lopen naast Front Office Antwerp?
de gemeente Rotterdam organiseert jaarlijks een masterclass over strategie. Ik ben bij het ontwerpproces ervan betrokken geweest en werk achter de schermen mee over het thema persoonlijk leiderschap. Ik ben docent aan The School of Life en zet me ook in - als bestuurslid - voor Ella, een kenniscentrum voor gender en etniciteit, dat met een klein team, belangrijk en goed werk verricht.
Welke boodschap wil jij onze lezers nog meegeven vanuit jouw expertise en ervaring?
Het is heel belangrijk om jou niet teveel te laten afleiden door verwachtingen die anderen van jou hebben, ook al is dit niet gemakkelijk. Maak je niet kleiner dan je bent, moge het privé of op de werkvloer zijn. Het leven is te kort. Durf te schijnen. Durf ergens voor te staan. Het klein maken kan ik ook in het alledaagse door bijvoorbeeld altijd sorry in je mond te nemen, of jouw doelen niet durven nastreven. We moeten actief samenwerken en elkaar aanmoedigen – zeker onder vrouwen - om deze mentaliteit weg te werken. Ik ontmoet genoeg vrouwen die onder hun niveau werken of geen leidinggevende functie durven aannemen. Ze maken voor alles en iedereen plaats, behalve voor zichzelf. Ik zou zeggen onderschat jezelf niet, zorg dat je de steun in je naaste omgeving vindt en neem de volgende stap.
© 2017 – Versiety/StampMedia – Tekst: Lieven Miguel Kandolo, Foto's: Joël Diensi
Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 01/02/2017
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 01/02/2017