Sinds vandaag draait Doel 4 weer op volle toeren. Dat verkleint de kans op een brown-out deze winter. Wij waren evenwel klaar om enkele uren zonder elektriciteit te moeten doorkomen. Om u ook voor te bereiden, testte Jef (20) het post-elektrische tijdperk alvast eens even uit. Uiteraard niet voor enkele uurtjes, want dat is voor watjes, maar wel de 48 volle uren!

Een brown-out. Jawel, u hoorde het goed toen voormalig minister voor Binnenlandse Zaken Melchior Wathelet (cdH) het plan aankondigde om komende winter stroom te besparen. Ons land gaat te maken krijgen met zogenaamde brown-outs. Omdat enkele kwajongens kernreactor Doel 4 gesaboteerd hebben en de kerncentrales in ons land zo lek als een mandje zijn, dreigen we komende winter met een stroomtekort te zitten. Om een algemene black-out, toegegeven het klinkt wel superstoer, te vermijden, moeten om de beurt enkele gebieden zonder stroom worden gezet.

Voordat u in allerijl uw noodrantsoen aanlegt en een bestelling van 5000 kaarsen plaatst, dient u te weten dat een brown-out slechts een drietal uur duurt. Wat weinig, vonden wij. Stel dat het grondig misloopt en een gebied voor twee etmalen elektriciteitsloos wordt gezet? Een voorbereid man (of vrouw) is er twee waard, een lezer van dit stuk zelfs drie, en dus ging ik de uitdaging aan om 48 uur zonder netstroom door te komen.

Rules of the game

Vanzelfsprekend draait het hier om een simulatie. Thuis gaat de stekker er onverbiddelijk uit maar buitenshuis heb ik uiteraard geen enkele controle over het stroomverbruik. Daarom besluit ik om mijn 48 uur ook zo veel mogelijk thuis te spenderen. Ik verlaat mijn isolatie enkel als het echt moet, om naar de winkel te gaan bijvoorbeeld, het is vooralsnog geen hongerstaking. Mobiele apparaten zoals mijn laptop, gsm of iPod? Ik gebruik ze zolang als de batterij het uitzingt. Wanneer in december de stroom voor even uitvalt, kunnen we toch ook nog onze mobiele, hopelijk opgeladen, apparaten gebruiken.

Het internet gaat logischerwijs wel uit. Geen Wi-Fi noch 3G voor de komende dagen. Voor de rest trek ik ook letterlijk de stekker uit elk elektronisch toestel. Let the games begin!

Het licht gaat uit

Op maandag gaat om twaalf uur ‘s middags stipt de stroom uit en dat zal zo blijven tot woensdagmiddag. Het licht aandoen? Twintig zweepslagen! De ijskast openen? Een minuutje waterboarding. Het internet gebruiken? Met een partijkaart van N-VA voor een stel hongerige socialisten gegooid worden. Om me die ellende te besparen, heb ik me goed voorbereid. Mijn opwindbare zaklampje, zo’n ding waar je als een bezetene aan draait voor een flauw streepje licht, heb ik steeds bij de hand.

Om mijn eerste uurtjes nuttig en informatief te vullen, haal ik nog even de krant. En diezelfde ochtend sla ik in de lokale supermarkt ook nog even een karrenvracht aan theelichtjes in. De dame achter de kassa kijkt me vertederd aan, denkende dat ik mijn lief de avond van haar leven ga bezorgen. Helaas, de casanova in mij heeft andere plannen voor de avond.

De eerste uren

De zon schijnt nog volop rond het middaguur. Kostbaar zonlicht dat ik kan gebruiken om te lezen. De krant bijvoorbeeld. Mijn laatste houvast met de dagelijkse actualiteit heb ik na twee uurtjes echter van voor naar achteren uitgelezen. Uit verveling begin ik dan maar aan de spelletjespagina, ja zo hopeloos is de situatie dan al!

Negen letters, lied van de Beatles. Wacht ik zoek het even op… Oh ja, dat is waar ook. Het kruiswoordraadsel begint al snel te vervelen en aan de sudoku begin ik niet eens. Staren naar een plekje op mijn witte muur dan maar, altijd interessant. U voelt nu waarschijnlijk al welke boeiende weg dit artikel op gaat.

Het magere boodschappenlijstje

Na enkele uren lezen, muurstaren en ijsberen, steken de eerste signalen van een lege maag de kop op. Even de koelkast opentrekken zit er helaas niet in. Neen, ik moet mijn isolement verlaten om op jacht te gaan naar voedsel in de buitenwereld. Een ding is zeker: het zal geen sinecure worden want ik moet rekening houden met een aantal factoren. Ik kan mijn voedsel niet opwarmen. Het elektrische fornuis en de microgolfoven zijn uiteraard uit den boze. Een vuurtje stoken op het houten parket lijkt me geen snugger plan en het engelengeduld om mijn eten op theelichtjes te koken, heb ik helaas niet. Ook moet ik eraan denken dat ik mijn eten niet kan afkoelen en het noch in de koelkast of diepvriezer kan bewaren.

Ik moet met andere woorden portie per portie kopen. Verspilling daar doe ik niet aan mee, dus geen rantsoen voor een heel leger. Mijn boodschappenlijstje oogt mager. Als een halve kluizenaar begeef ik me naar buiten.

Winkelen voor de stroomlozen

Om het stroomverbruik in de winkel kan ik helaas niet heen. Net als om het feit dat ik iets moet bedenken om klaar te maken zonder elektriciteit. De hele diepvriessector kan ik meteen overslaan. Vlees? Ik heb mijn biefstuk graag bleu, maar het stukje koe in zijn huidige toestand eten, zou mij toch net wat te ver gaan. Pasta? Lekker, maar hoe kook je die zonder warm water? Een zomers slaatje? Neen, daarvoor dank ik vriendelijk. Vooralsnog ben ik op zoek naar een volwaardige maaltijd en niet naar eten voor mijn hamstertje. Bovendien zijn de temperaturen al enige tijd niet ‘zomers’ meer.

Uiteindelijk vind ik mijn heil in wraps, u weet wel van die platte Mexicaanse maïspannenkoeken waarvan ik me nog altijd afvraag of het nu een wrap of een tortilla is. Dat gevuld met lekkere schijven gerookte zalm, wat Philadelphia, wat sla en peterselie en je hebt een makkelijke koude maaltijd. Een paar stukken fruit, een fles cola en een grote zak chips om de avond mee door te komen, neem ik ook nog even mee uit de rekken. Omkomen van de honger zal gelukkig niet gebeuren.

Leven in het donker

Eenmaal thuis valt de avond en ben ik aangewezen op mijn zaklampje. Met het schaarse licht dat het ding geeft, vind ik mijn voorraad theelichtjes en een aansteker terug. Mijn zalmwrap etende, valt het me op dat ik best vaker met kaarslicht wil dineren. Met wat aangenaam gezelschap, een beetje muziek en een warme maaltijd zou het zelfs nog een gezellige avond kunnen worden. Helaas, mijn wrap is al snel op, ik begin me te vervelen en stoor me enorm aan het feit dat ik pas binnen twee dagen zal weten of ik al dan niet in of naast de pot heb gepist. Maar vooral: ik begin me afgesloten van de wereld te voelen.

Sociaal drama

Het dringt langzaam tot me door dat ik in een experiment binnen een experiment ben beland. Enkele uren zonder wasmachine, fornuis of verlichting, wie maalt daar nu om? Maar enkele uren zonder internet? Ik ga door de hel. Mijn lichaam kickt af van de statusupdates, Candy Crush-scores en dansende katten. Ik verlang naar ook maar een beetje actualiteit. Mijn krant is oudbakken nieuws, een anachronisme van deze tijd. De wereld zou op zijn kop kunnen staan, en ik zou het niet eens weten.

Deadlines komen dichter en dichter en ik kan niet eens mijn laptop gebruiken. Ik begin me af te vragen in welke ziekelijke mate ik afhankelijk ben van het internet. Een ziekte van mijn generatie die je pas opmerkt als de hoofdrolspeler even afwezig is. De iPod moet het gemis verzachten. “Electricity” van OMD, om het er toch nog even ironisch in te wrijven.

Verbeterde slaapcyclus

Het is ondertussen half elf en ik begin me af te vragen hoe mensen überhaupt zonder elektriciteit kunnen leven. Ik verveel me dood, slenter wat rond en zet me terug aan de tafel waar ik in het dansende kaarslicht nog wat aan het schetsen was. En dat overvalt plots de vermoeidheid me. Snel alle kaarsen uitblazen en hup, naar bed. De melatoninehormonen (slaaphormoon, nvdr .) gieren als een gek door mijn lichaam. Normaal zat ik nu nog ettelijke uren naar mijn computerscherm te staren waardoor de hormonen niet optimaal hun werk konden doen. Nu doen ze dat wel en val ik als een blok in slaap. Negen lange uren later sta ik ochtendhumeurloos op. Het wonder is geschied!

Nieuw ritme van de dag

Ik begin me steeds beter te voelen in de nieuwe situatie. Niet dat ik hierna voorgoed op deze wijze wil leven maar ik leer me snel aan te passen. Mijn half uur durende warme douche, ruil ik in voor een korte, koude maar verfrissende kattenwas met het washandje en een stuk zeep. Mijn computerscherm wissel ik in voor een boek en ik zet me zelfs even aan het studeren. De dag kabbelt rustig verder terwijl ik me als een monnik bezig houd. Een uur voordat de zon in de zee zakt, ga ik nog even winkelen. Uit gemakzucht verlaat ik de supermarkt met een doos afgeprijsde kip- en pastasalade die dezelfde dag nog op moet.

Snel nog een powernapje in de zetel na dat heftige avontuur buitenshuis en dan tijd voor kip- en pastasalade bij kaarslicht. Om de laatste donkere momenten op te vullen, doe ik nog wat fitnessoefeningen op de vloer zodat ik mijn isolatie toch met een sixpack kan verlaten. Met mijn laatste restjes batterijenergie stuur ik nog enkele tekenen van leven de wereld in. Daarna zoek ik mijn bed op.

De volgende dag slaap ik lekker uit tot 10 uur om vervolgens op mijn dooie gemak te ontbijten. Naar de klok starend, denk ik aan de voorbije 47 uren. Ik heb me met momenten doodverveeld, maar ik heb ook nieuwe inzichten gekregen. Het leven zonder elektriciteit was geen lachertje. De beperktheid in voedselkeuze, het ontbreken van warm water en de afwezigheid van het wereldwijde web maakten de dagen er niet gemakkelijk op. Anderzijds vond ik de tijd om dingen te doen waarvoor ik normaliter dacht geen tijd te hebben. Ik ontdekte mijn syllabussen, sliep beter dan ooit, werd mij bewust van mijn ziekelijke internetverslaving en filosofeerde over van alles en nog wat. Nog 48 uur en ik had een serum tegen ebola bedacht, een faire oplossing voor de Gaza-crisis uitgewerkt en de werking van het vrouwelijke brein helemaal uitgevlooid.

Ik neem mezelf voor in de toekomst wat meer het elektronische achterwege te laten. Geen nutteloze statusupdates, langdradige chatconversaties en grappige katten, of toch in mindere mate. De klok slaat twaalf. Ik kijk mezelf fier aan in de spiegel.

Epiloog

12u01: Ik haast me naar het stopcontact, laad mijn smartphone op en zet de 3G-functie weer aan. Wauw! Drie vriendschapsverzoeken, twee berichten en elf notificaties. Werk aan de winkel…

© 2014 – StampMedia – Jef Cauwenberghs




Dit artikel werd gepubliceerd op Jongerenplaneet.be op 20/12/2014