(PIDMAG) Praten en luisteren, lezen en schrijven, we doen het zo vaak dat we er niet meer bij stil staan. Tot er een kink in de kabel zit. Dan is het zoeken naar manieren om te overleven in een samenleving die opgebouwd is rond communicatie. Magali Biemans (28) liep acht jaar geleden een hersenletsel op en lijdt sindsdien aan afasie. Dat is een stoornis waardoor begrijpen en spreken voor haar niet meer evident is. “Mijn vrienden hebben niet altijd zin om met me te praten, omdat het te moeilijk is.”
Afasie is een taalstoornis, veroorzaakt door een hersenletsel. Het maakt spreken en begrijpen moeilijk. Ook lezen en schrijven gaat in veel gevallen moeizamer. Welk aspect van taal moeizaam gaat en hoe erg dat is, hangt af van het deel van de hersenen dat beschadigd is.
Que?
Magali loopt het hersenletsel op door een virus, terwijl ze als vrijwilliger werkt in Peru. “In het begin was mijn hoofd leeg. Mijn moeder kwam naar Peru, maar ik herkende haar niet”, vertelt Magali. “Pas toen we weer in België waren, besefte ik: Ah, die vrouw is mijn moeder.”
Het is al snel duidelijk dat de afasie haar communicatie verstoort. Magali is van thuis uit tweetalig en heeft in Peru enkel Spaans gesproken, wat het communiceren nog ingewikkelder maakt. “In het begin sprak ik met drie talen in één zin, dus niemand begreep me en vice versa”, herinnert Magali zich. “Het allereerste woord dat ik kon zeggen was que?, het Spaans voor wat?.”
In België begint een lange revalidatieperiode. Elke dag krijgt Magali van de logopedist oefeningen om weer te leren communiceren: “De logopedist zei bijvoorbeeld ‘zus’ en ik moest zoeken naar een woord dat erbij hoort, zoals ‘broer’. Dat ging elke dag een beetje beter.”
Na zeven jaar wordt de logopedie afgerond omdat uit tests blijkt dat haar niveau niet meer verbetert. Zo is werkwoorden vervoegen bijvoorbeeld iets dat voor mensen met afasie moeilijk blijft, bij Magali wordt dat: “Spreek is voor mij meer makkelijk dan begrijp.”
Een ander leven
Voor ze afasie kreeg, studeerde Magali fotografie. Dat kan ze niet meer afmaken omdat de cursussen te ingewikkeld zijn, al werkt ze nu wel als vrijwilliger in het Fotomuseum in Antwerpen. Ook op andere vlakken is haar leven drastisch veranderd: “Voor mijn vrienden van vroeger ben ik iemand anders geworden. Ik voel dat ze niet altijd zin hebben om met mij te praten omdat het te moeilijk is. Met vrienden die me enkel met afasie gekend hebben, is dat makkelijker.”
Tegen mensen die ze niet kent, bijvoorbeeld in de winkel, legt Magali altijd uit dat ze traag moeten praten. Mensen behandelen haar niet alsof ze te dom is om te begrijpen wat ze zeggen, maar doen volgens Magali soms wel té veel moeite. “Als ze het hebben over fotografie, doen ze met hun handen alsof ze een foto nemen. Of als ze moe zijn, leggen ze hun handen onder hun wang om dat te illustreren. ‘Foto’ en ‘moe’ zijn makkelijke woorden. Dat vind ik niet tof.”
Acht jaar nadat Magali haar hersenletsel opliep, is de impact ervan op haar leven nog steeds erg groot. Al kan ze wel haar plan trekken en zijn er ook positieve kantjes, lacht Magali: “Ik mag niet meer met de auto rijden, maar de bus is nu wel gratis voor mij.”
© 2015 – StampMedia - Tekst: Ilse Cox; foto: Miek Thieren
Dit artikel verscheen eerst in PIDMAG, het magazine van StampMedia – Jaargang 3 Nr.9 p. 17
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 20/04/2015