De Katholieke Studenten Actie, kortweg KSA, heeft 34.000 leden en 270 groepen die wekelijks samenkomen. Hun basiswaarden: engagement, participatie, experiment, kritisch kijken en zingeving. Jo Baetens, pedagogisch medewerker: “We willen onze leden bewust maken van het feit dat ze een maatschappelijke rol kunnen spelen.”
Of het nu ligt aan het feit dat Jo Baetens pedagogisch medewerker is, weten we niet. Maar als we hem vragen naar de pijlers van de KSA, noemt hij na samenzijn meteen ook vorming. “Naast spelend-samenzijn vormt vorming het fundament van onze visie en missie. We zijn en blijven een jeugdbeweging, maar we willen onze leden bewust maken van het feit dat ze een maatschappelijke rol kunnen spelen. We proberen ook een keer per jaar onze stem te laten horen rond een thema.”
Proberen jullie dat kritisch kijken ook duidelijk te maken aan de buitenwereld?
Absoluut. Om een voorbeeld te geven: rond de invoering van de GAS-wetgeving hebben we, samen met andere jeugdbewegingen en jeugdwerkorganisaties, een database opgemaakt met alle GAS-regels per gemeente. We merkten toen ook dat, door onze sterkte focus daarop, sommige gemeenten hun GAS-wetgeving hebben aangepast. Er moet volgens ons ruimte blijven om jong te zijn: wanneer in een boom klimmen verboden is, gaat dit aspect verloren.
Wat met alcohol?
Er is een duidelijk en concreet uitgeschreven beleid op koepelniveau voor leden en leiding: geen alcohol tijdens activiteiten en dronkenschap wordt absoluut niet getolereerd. Wij houden ons aan de wetgeving, zelfs meer dan dat: de leeftijdsgroep 14 tot 16-jarigen bieden we geen alcohol aan, ook al zijn sommigen al zestien jaar.
Vanuit ons nationaal beleid proberen we groepen aan te zetten om een beleid uit te werken op maat van hun plaatselijke werking, waar de wetgeving het minimum moet zijn. We proberen vooral onze leden daaromtrent te sensibiliseren: we hebben meer frisdranken in stock, alcohol is sowieso duurder... Ik merk persoonlijk wel dat jongeren bewuster omgaan met alcohol, zeker in vergelijking met de tijd toen ikzelf als leider begon.
Iedereen kent de bewegingen KSA, KSJ en VKSJ. Toch voerden jullie onlangs een naamsverandering door: alles wordt KSA . Waarom?
In 1928 ontstond de KSA, toen enkel voor jongens. In de jaren ’30 kwam tegenhanger VKSJ op, de beweging voor meisjes. Zo’n veertig jaar geleden kwam het tot een fusie en werd de KSJ geboren, voor beide geslachten. Toen ontstond ook de koepel, maar de drie soorten bewegingen bleven bestaan onder hun eigen naam. Dat maakt het als koepel extreem ingewikkeld. We besloten daarom om ons onder één naam te profileren, met eenzelfde hemdkleur. De kleur van de dassen kan variëren van groep tot groep.
Hoe sterk blijven katholieke waarden meespelen?
We kozen ervoor de K van katholiek in KSA te behouden. We gooien het verleden met andere woorden niet zomaar weg. We voelen ook gewoon aan dat er bij onze leden nood is aan zingeving en geloof.
Wat we wel belangrijk vinden is het feit dat we dat katholieke aspect vanuit een hedendaagse realiteit zien. We hebben als KSA respect voor elk geloof of elke levensovertuiging, willen openstaan voor iedereen. We kijken dus ook kritisch naar de kerk, moest dit nodig zijn. Zoals sommige van onze leden het verwoorden: “We willen onze tent opslaan binnen de muren van de kerk, maar we durven daar dan ook af en toe kabaal te maken.”
Hoe gaan jullie om met een maatschappij die constant in beweging is?
Wij spelen vooral in op de vragen van onze plaatselijke groepen. We bieden hen de nodige ondersteuning voor moesten er problemen zijn. In onze huidige beleidsnota staan o.a. enkele doelstellingen om in te spelen op verandering. Daarnaast willen we in deze beleidsperiode ook blijven inzetten op diversiteit.
Merkt u een evolutie qua diversiteit in KSA-groepen?
Ik zie dat de indeling vrij gelijk blijft. Om de vier jaar doen wij een groepsbevraging waarbij we vooral willen te weten komen wat onze leden wakker houdt, waar ze zich zorgen over maken… Diversiteit leeft: we hebben een collega die rond diversiteit werkt, ook hier in de koepel werken we rond diversiteit… Ook in ons leidingstijdschrift trachten we rond dit thema wat concrete tips en informatie te geven op maat van de plaatselijke groepen. Maar we geven daarin een grote vrijheid aan onze leden.
Staan jeugdbewegingen automatisch voor inclusie?
Inclusie is een ruim begrip. We staan als KSA open voor iedereen, maar we letten er wel op dat dit de draagkracht van de groep niet overstijgt, zodat de kwaliteit van de werking kan gegarandeerd worden. We laten groepen die hierop willen inzetten ook duidelijk blijken dat we hen daarbij zo goed mogelijk willen bij ondersteunen vanuit de koepel.”
Heeft u het gevoel dat er in het jeugdwerk soms te veel naast elkaar i.p.v. met elkaar wordt gewerkt?
Er is een verschil hoe de grote, klassieke organisaties samenwerken en hoe de kleinere, recente bewegingen samenwerken. De kleinere organisaties vallen vlugger uit de boot omdat ze een minder sterk informeel netwerk en minder middelen hebben. Daarom kijken wij naar koepelorganisatie De Ambrassade. Die neemt rond heel wat ondersteuningsthema’s al een duidelijke regiefunctie op, maar er is uiteraard nog steeds ruimte voor verbetering.
Is er voldoende overleg tussen de verschillende jeugdbewegingen?
Het overleg rond diversiteit staat nog in zijn kinderschoenen. Dat verloopt via De Ambrassade. Die moet ons efficiënt kunnen doorverwijzen naar bepaalde bewegingen als wij problemen ondervinden. Er is reeds een goede samenwerking, wat in de toekomst kan leiden tot goede resultaten.
De Ambrassade moet 450.000 euro besparen. Voelen jullie de besparingen?
De koepel KSA merkt op koepelniveau wel dat alles duurder wordt, maar kan dit nog opvangen. We voelen de besparingen vooral bij de ondersteuning van onze plaatselijke groepen. Per lid moeten bewegingen 19,50 euro per jaar aan de koepel betalen. Daar kunnen plaatselijke groepen nog iets bijvragen naar gelang de noden. Want op lokaal niveau, met de invoering van het lokaal sociaal beleid, maken we ons zorgen. Gemeenten krijgen nu een bepaalde som geld van de regering en beslissen zelf hoeveel daarvan naar jeugd gaat. Jeugdbewegingen zullen dus moeten vertrouwen op de kunde van hun gemeentebestuur. Daarom willen we onze leden ook impulsen geven om pro-actief mee het bestuur te beïnvloeden. Ook zij kunnen wel degelijk een verschil maken.
Wat zou u dan willen vragen aan minister Gatz?
Tijdens de kampentoer met de jeugdbewegingen gaf de minister aan sterk te willen inzetten op diversiteit in het jeugdwerk. Onze vraag is hoe hij dit concreet ziet. En een bijkomende vraag die we willen stellen is: “Hij beloofde om de regulitis binnen de jeugdsector te verminderen, welke acties zijn er daarrond al gepland?”
© 2015 – StampMedia – Flore De Pauw
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 23/09/2015