Al acht jaar vangen Annick Creten en haar man Rudi Knapen pleegkinderen liefdevol op in hun gezin. Hoewel het koppel ongelofelijk veel voldoening haalt uit het pleegouderschap, is het hard werken. Op deze Internationale dag van de Vrijwilliger worden ze in de bloemetjes gezet voor hun inspanningen en goede zorgen.
‘Veel mensen vinden het straf dat ik pleegouder ben, terwijl ik het eigenlijk niet zo zwaar vind. Ik haal er vooral veel voldoening uit’, zegt Annick. ‘Door pleegzorg is de band van ons gezin sterker geworden’, vult echtgenoot Rudi aan. ‘Ook de kinderen zijn er heel actief mee bezig. Anders zitten ze maar alleen op hun kamer, maar als er een kindje is, dan draait alles om het kind’. ‘Pleegzorg is een verhaal van het hele gezin, het brengt het hele gezin samen’, zegt Annick.
Toch is het niet altijd simpel om pleegouder te zijn. ‘Pleegouderschap is soms moeilijk, maar je weet dat het erbij hoort’, zegt Annick. ‘Als je een paar weken na elkaar elke nacht moet opstaan, is dat niet zo fijn’, lacht Rudi, ‘Maar als het kind zijn eerste tandjes krijgt, begint te lopen of toch één nacht doorslaapt, dan krijg je daar veel tevredenheid voor terug’.
Over de streep
‘Ik heb lang zitten twijfelen om iets te doen met kinderen’, vertelt Annick. ‘Enerzijds zat ik altijd te twijfelen of ik voor een derde kind zou gaan of niet, op lange termijn is dat inderdaad een hele investering. Maar ik voelde dat er wel ruimte was, ook qua engagement binnen ons gezin. Anderzijds werden onze eigen kinderen ouder en als ik naar de tuin keek, dacht ik dat het fijn zou zijn om een ander kind daar ook van te laten genieten.’
Zo ging Annick zich acht jaar geleden beter informeren over kinderopvang. ‘Eerst ben ik terechtgekomen bij een organisatie die kindjes van Parijs naar België haalde. Maar dat was uiteindelijk toch niet helemaal wat ik zocht. Toen is pleegzorg ter sprake gekomen.’ Annicks dochter Leen was daar meteen erg enthousiast over. ‘Zij is degene die mij over de streep heeft getrokken en me de stap heeft doen zetten’, aldus Annick.
Omdat Annick en Rudi op dat moment nog hun handen vol hadden met hun eigen kinderen Leen en Gert én met hun werk, besloten ze om voor crisisopvang te kiezen. Bij deze vorm van pleegzorg vang je kinderen op voor een korte periode. ‘In principe duurt crisisopvang veertien dagen tot een maand, maar dat kan soms nog wat verlengd worden’, verduidelijkt Annick. Toen ze nog maar pas pleegouder waren, waagden ze zich ook even aan ondersteunende pleegzorg. Hierbij wonen de kinderen bij de biologische ouders, maar gaan ze af en toe naar een pleeggezin om de ouders wat rust te gunnen.
Wel of niet?
‘We hebben al 12 kinderen opgevangen in de 8 jaar dat we bezig zijn’, zegt Annick. Meestal zijn die tussen de 0 en 4 jaar oud. ‘We vonden dat een gemakkelijke leeftijd. Het zijn kinderen van wie we hopen dat ze nog niet te veel bagage met zich meedragen. Bovendien vonden we het belangrijk dat de pleegkinderen jonger waren dan onze eigen kinderen’. ‘Tot 4 jaar zijn ze nog niet schoolplichtig. Dat is gemakkelijker, want de kinderen kunnen van overal in Vlaanderen komen. Als je ze dan naar school moet brengen, ben je kilometers aan het rijden’, vult Rudi aan.
Voor Annick en Rudi is het pleegouderschap alleen haalbaar omdat ze het samen doen, als gezin. ‘Ik heb het geluk dat ik in het avondonderwijs sta’, zegt Annick. ‘Dus ik ben overdag thuis. Mijn man is overdag aan het werk en is ’s avonds thuis.’ Toen hun kinderen nog niet op kot zaten, kon het koppel ook vaak een beroep op hen doen. ‘We bespreken ook altijd eerst met het gezin wanneer er een vraag komt om een kindje op te vangen. Doen we het of doen we het niet?’
Het koppel weet nooit wanneer het een nieuw kindje in huis zal hebben. Dit kan heel snel na het vorige zijn, maar er kunnen ook maanden tussen zitten. ‘Het hangt een beetje af van de vraag’, zegt Annick. ‘En van de mogelijkheden die we als gezin hebben’, vertelt Rudi, ’Je wordt door pleegzorg niet gepusht om een kind op te vangen’.
Praatcafés
Pleegouder word je niet zonder slag of stoot. Er gaat een hele procedure aan vooraf. ‘Je gaat best eerst naar een infoavond’, raadt Annick aan. Wie na de infosessie geïnteresseerd blijft, wordt uitgenodigd voor verschillende gesprekken op de dienst van Pleegzorg Vlaanderen. Daarnaast moet je een bewijs van goed gedrag en zeden kunnen voorleggen en verplicht vier vormingsavonden volgen. ‘Op die vormingsavonden heeft Pleegzorg ons aangeraden met minstens 2 pleegouders te gaan praten, zodat we bij hen terechtkonden met eventuele vragen’, vertelt Annick.
Zelf deden ze een jaar over de procedure. ‘We kennen mensen die het op 3 maanden gedaan hebben’, zegt Annick.
Ook als je eenmaal geselecteerd bent als pleegouder, helpt Pleegzorg waar ze kan. Zo voorziet de organisatie een vaste begeleider per pleegouderkoppel gedurende de periode dat ze als pleegouder actief zijn. ‘Daarnaast heb je vanuit pleegzorg bij iedere plaatsing ook nog een begeleider. Dat is de begeleider die gekoppeld is aan het kind’, zegt Annick. Verder is ze lid van een ontmoetingsgroep voor pleegouders die om de maand samenkomt om ideeën uit te wisselen. ‘Pleegzorg Vlaanderen organiseert vanuit deze ontmoetingsgroepen ook regelmatig praatcafés of thema-avonden over onderwerpen waar je als pleegouder mee zit’, verduidelijkt Annick.
Belangrijke levensles
‘We krijgen een dagvergoeding om het kind op te vangen’, zegt Annick, ‘Als het kind bij ons gedomicilieerd is, dan ontvangen we ook het kindergeld’. Dat geld is een compensatie voor de extra kosten die aan pleegzorg verbonden zijn, maar zeker geen reden om ermee te beginnen. ‘We doen het voor het kind, niet voor het geld’, weet Rudi.
‘Als ze zouden zeggen dat we geen dagvergoeding kregen, dan nog zou ik pleegouder blijven’, zegt Annick. ‘Pleegzorg moet iets zijn wat je graag doet. Je moet je ook bewust zijn van de impact op jezelf en op je gezin. De eerste keren dat hier een pleegkindje was, ben ik telkens 14 dagen ziek geweest wanneer het kindje weg was. Gewoon omdat ik er te veel energie in had gestoken.’
‘Pleegouderschap heeft ervoor gezorgd dat we nu veel bewuster zijn van de situatie waarin sommige kinderen leven. Hoe moeilijk sommige mensen het hebben’, zegt Annick. Het gezin is zich ook bewuster geworden van het belang van een eigen netwerk. ‘Als onze kinderen een foute beslissing nemen, hebben ze nog een netwerk waarop ze kunnen terugvallen. Veel gezinnen waarvan we de kinderen opvangen, hebben ruzie met hun ouders’, vertelt Rudi.
Een belangrijke levensles voor de kinderen dus. ‘Maar het fijnste vind ik nog dat onze eigen kinderen positief reageerden op de vraag of ze later zelf pleegouder zouden willen worden’, zegt Annick trots. ‘Het bewijst dat ze de waarde ervan inzien’.
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 5/12/2018
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg op 5/12/2018