Het nieuwste game in de populaire Grand Theft Auto-reeks werd zoals verwacht een groot succes. Hoewel duidelijk aangegeven dat het spel voor meerderjarigen bedoeld is, spelen ook veel jonge kinderen dit spel. Wat doet zoveel extreem geweld met een kind? En hoe wordt de verkoop gecontroleerd?
Grand Theft Auto V, zo heet het jongste lid in de GTA-familie. Voor wie er niet mee vertrouwd is, GTA is een gamereeks waarin de speler, naast het volgen van een verhaallijn die voornamelijk rond misdaad en geweld draait, de mogelijkheid heeft in een virtuele wereld rond te lopen en willekeurig mensen te vermoorden, omver te rijden of aan te vallen. Onder andere om die redenen staat er een groot 18+-logo op de verpakking. Dat weerhoudt jonge kinderen er echter niet van om het spel te spelen. Naast de GTA-reeks doen ook de Call of Duty- en Assassin’s Creed-reeks het goed op de markt. Games vol geweld, het is ‘big bussiness’.
Oog van de storm
Op 25 augustus 2013 schoot in de Amerikaanse staat Louisiana een 8-jarig jongentje zijn oma, die tv zat te kijken, dood. Enkele ogenblikken voor deze daad zou de jongen nog GTA hebben gespeeld. Buiten het feit dat er zomaar een wapen binnen handbereik van een kind lag, werd er ook met beschuldigende vinger naar het agressieve spel gewezen. Ook bij andere schietincidenten met dolle schutters, of de moordpartij van Kim de Gelder, kregen bepaalde games een golf van kritiek over zich heen. Toch is het moeilijk te bewijzen dat het motief van moordenaars écht voortvloeit uit het spelen van gewelddadige spelletjes. Wat wel zeker is, is dat deze spellen na een zoveelste slachtpartij weer in het oog van de storm terechtkomen.
Verschil tussen realiteit en spel
Olaf Spittaels is experimenteel psycholoog en lector psychologie aan de AP Hogeschool. Hij nuanceert het gebruik van agressieve games door kinderen. "Onderzoek toont aan dat games ook heel wat positieve effecten hebben op kinderen, denk maar aan de computervaardigheid, het spelinzicht of het reactievermogen", legt Spittaels uit. “Anderzijds toont onderzoek ook aan dat er wel degelijk een verband bestaat tussen het spelen van agressieve spelletjes en agressief gedrag achteraf. Dat is echter kort en gemakkelijk gesteld. Er moet rekening gehouden worden met enkele variabelen. De tijdsduur die een kind aan gamen besteedt is van zeer groot belang. Kinderen moeten buiten het gamen ook nog een gezond sociaal leven en tijd voor hun schoolwerk hebben. Dan kan het gamen niet zoveel kwaad”, concludeert Spittaels.
Maar is het dan wel goed om kinderen zich met virtuele wapens te laten uitleven? Volgens Spittaels hebben kinderen van nature een hoeveelheid agressie in zich. Aan hen om die op een gezonde manier te uiten. “Denk maar aan hoe je vroeger oorlogje speelde. Een voorwaarde bij het spelen van computergames is dan wel dat het niet te lang mag duren en dat het spel niet de voornaamste bron van moreel besef wordt. Onderzoek toont namelijk aan dat kinderen wel eens gedrag dat zij als belangrijk beschouwen gaan kopiëren. Kinderen moeten het verschil tussen realiteit en spel kennen. Een andere voorwaarde is dat het geweld of het thema geen immorele proporties aannemen. We laten ons kind toch ook niet naar een pornofilm kijken?”
PEGI, geen verbod maar advies
Het Pan European Game Information-systeem, afgekort PEGI, is de instantie die instaat voor de leeftijdsindicaties op games. Afgaande op de inhoud van een spel wordt er een rating gegeven die slechts een adviserende rol speelt. “Onze instantie geeft advies aan ouders, het is aan de regelgeving in een land om daar al dan niet verder op in te gaan”, laat PEGI weten. Engeland bijvoorbeeld heeft sinds 2012 de PEGI-ratings in de wet opgenomen. Hierdoor moeten kopers van games een leeftijdsbewijs voorleggen en kunnen verkopers beboet worden als ze die classificaties niet naleven. In België is dat voorlopig nog niet het geval.
© 2013 - StampMedia - Jef Cauwenberghs
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 03/10/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 03/10/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door Pienternet.be op 03/10/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door Knack - online op 03/10/2013