Het Brusselse advocatenkantoor Dentons organiseerde afgelopen vrijdag een lezing over genderquota, gevolgd door een debat over de zin of onzin van quota voor vrouwen in de juridische sector. Is het nodig om -met het oog op gendergelijkheid - dergelijk quota op te leggen? En: is het verzoenbaar met de wet? Of is het louter een feministisch symbool?
Lamin Khadar, pro-bono advocaat en diversiteitsmanager voor Dentons Europa, leidde het debat. Hij stelde het nut van quota in vraag. Khadar is expert internationaal recht en Europese mensenrechten, en heeft veel expertise op het vlak van Recht van de Europese unie en internationale geschillen. Ester Vets, advocate bij Dentons organiseerde dit debat samen met haar venoot Yolande Meyvis en beaamt Khadar’s bedenkingen. Gastspreker Stella Bida, international business consultante en strateeg, heeft geen uitgesproken mening over quota, maar vindt dat vrouwen hun toekomst zelf handen moeten nemen. Bida zet zich geregeld in voor vrouwenrechten. Anna Duron, pro bono advocate en advocate Europees recht bij Ashurst sluit zich daarbij aan.
Vrouw én zwart
“Vrouwen hebben iemand nodig waar ze zich aan kunnen spiegelen, een persoon die hen inspireert,” zegt Stella Bida. “Als IT consulente was ik één van de weinig vrouwen in een mannensector en bovendien was ik nog zwart. Ik belichaamde dus een dubbele minderheid. Tijdens meetings adviseer ik uitsluitend mannelijke advocaten. Soms denken mensen dat ik de koffie kom brengen, terwijl ik binnenstap om de vergadering voor te zitten. Zeer jammerlijk en clichématig.” Bida’s verhaal toont aan dat vrouwen het moeilijk hebben met dit soort stereotiepen. Genderquota kunnen in zo’n geval een symboliserende kracht hebben. Ze kunnen ook dienen als teken van awareness, en kunnen een wake-up call zijn, die aantoont dat er een probleem is.
Lamin Khadar speelt even advocaat van de duivel en vraagt zich af of quota geen te verregaande, extreme maatregelen zijn. “Hoe ver moeten we hierin gaan? Er bestaan al quota voor mensen met een beperking, voor mensen van kleur en nu nog genderquota? Stel dat we dat invoeren, hoe moeten we dat dan meten?”
Koffie zetten
Volgens Advocate Ester Vets zullen quota niets oplossen zolang de structurele en maatschappelijke problemen in juridische- of andere sectoren niet aangepakt worden. “Ook al heb je een hoge functie, je wordt vaak geridiculiseerd en geobjectiveerd. Wij vrouwen moeten bovenop ons werk ook nog eens de was en plas doen. Als vrouw ga je er vanuit dat je de huishoudelijke taken met je gezinsleven moet combineren en mannen bevestigen dit. Het probleem komt van beide genders die het rollenpatroon blijven bekrachtigen.”
Vets haalt aan dat het een ideologisch probleem is. Dat vrouwen als minderwaardig beschouwd worden in het bedrijfsleven, ongeacht hun functie. Zij pleit dan ook voor een ideologische verandering voor er sprake kan zijn van genderquota.
Maar advocate Anna Duron is dan weer voorstander. Volgens haar wint een vrouw nooit in het verhaal: “Als een vrouw een gezin heeft, gaan we ervan uit dat ze het werk niet aankan of het niet kan combineren. Een vrouw die geen gezin heeft wordt dan weer gezien als workaholic, als iemand die iets mist in het leven.”
Wettig ?
Artikel 10 van de Belgische grondwet waarborgt de gelijkheid tussen man en vrouw en artikel 11 verzekert de Belgen van rechten en vrijheden, zonder discriminatie. Daarnaast bestaat ook de anti-discriminatie wetgeving op Europees niveau. Artikel 14 uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zegt dat de rechten en vrijheden van de mensen moeten worden verzekerd, zonder onderscheid te maken op basis ras, gender, kleur, taal… etc
In principe is het invoeren van genderquota wettelijk, om het discriminatieverbod te bestrijden. Maar men moet wel enkele elementen in acht nemen. Er moet sprake zijn van een kennelijke ongelijkheid. Het quotum moet die ongelijkheid doen verdwijnen. De maatregel moet van tijdelijke aard zijn, tot de doel bereikt is, en mag andermans recht niet beperken. Bij het invoeren van quota is het laatste element cruciaal. Zo mag, wanneer het bij een sollicitatieprocedure nog tussen twee kandidaten gaat - een vrouw en man - de vrouw niet worden aangenomen, alleen maar omwille van het feit dat zij een vrouw is deel uitmaakt van een minderheidsgroep. Dat zou dan het recht van de man in kwestie beperken.