In het adoptiedebat lijkt het alsof iedereen een stem krijgt, behalve de geadopteerden zelf. Voor StampMedia ging adoptiejongere Anouk Torbeyns (23) op zoek naar die stem. Ze merkt dat er nog heel wat misvattingen en taboes heersen rond transnationale adoptie. Die wil ze nu de wereld uithelpen. Vandaag krijgt Tae-Yoon Michielsens het woord.

Tae-Yoon Michielsens (27) is een social media manager uit Wijnegem. Zes maanden na zijn geboorte werd hij geadopteerd uit Seoul, Zuid-Korea.

“Mijn volledige naam is Tae-Yoon Philippe Michielsens. Vroeger stond ik bekend als Philippe. Vrienden van toen noemen me nog steeds zo, wat voor heel wat verwarring zorgt bij mijn huidige vrienden die Tae-Yoon gewend zijn. (lacht) Ik liep school in het Borgerhout van de jaren negentig. Na Zwarte Zondag had ik schrik om buitengesloten te worden. Ik wilde erbij horen en ging ervan uit dat dat pas zou lukken als ik zo goed mogelijk op een Vlaming ging lijken. Een Vlaamse naam zou daarbij moeten helpen.”

“Pas toen ik ging verder studeren, kon ik weer vrede nemen met mijn etnische naam. Telkens het verhaal van Philippe uitleggen, werd te vermoeiend. En uiteindelijk hoort de naam Tae-Yoon nu eenmaal bij wie ik ben. Ook mijn ouders zijn sinds kort weer overgeschakeld, al klinkt mijn vader op één of andere manier altijd kwaad als hij Tae-Yoon zegt.” (lacht)

“Ik ben wel nieuwsgierig naar mijn Koreaanse roots en eerste familie, maar ik voel geen behoefte om mijn roots te uiten. Je identiteit wordt vooral gevormd door wat je doet, en dat is voor 99 procent in België gevormd. Die ene procent is nog een vraagteken waar ik zo snel mogelijk een antwoord op hoop te vinden door op zoek te gaan naar mijn roots. Maar voor de rest: het is wat het is. Ik hecht niet te veel belang aan mijn etnische achtergrond.”

“Of ik zelf zou adopteren? Ik sta er wel voor open, maar ik zal altijd eerst proberen om zelf kinderen te krijgen. Ik zou het dus zeker niet doen uit idealisme, zoals mijn ouders, die eigenlijk wel kinderen konden krijgen. Ik noem dat het Messias-complex. Heel wat blanke westerlingen schijnen er last van te hebben. Als rijken denken ze dat zij de rest van de wereld moeten redden. Mijn ouders wilden een kind in nood laten opgroeien in een meer geprivilegieerde omgeving. Al verwijt ik hen dat natuurlijk niet.”

“Het was niet mijn beslissing om geadopteerd te worden, maar de maatschappelijke druk die ik voel, link ik niet meteen aan mijn status. Soms denk ik zelfs dat mijn adoptieouders minder druk op mij leggen, net omdat ik hun evenbeeld niet ben. Had ik hun genen - was ik even slim of handig - dan hadden zij waarschijnlijk wel verwacht dat ik hetzelfde zou doen en bereiken. Die druk heb ik nu niet.”

“Zodra mensen ontdekken dat ik geadopteerd ben en Vlaamse ouders heb, reageren ze anders op mij, minder wantrouwig. Mocht ik allochtone ouders hebben, zou ik minder makkelijk kunnen integreren. Niet omdat ik niet de wil zou hebben om me aan te passen, maar omdat anderen achterdochtiger zouden zijn naar mij toe. Het mes van integratie snijdt langs twee kanten.”

© 2017 – StampMedia – Anouk Torbeyns; Foto: Stefan Lambrechts

 

 

 

 


 

Dit artikel werd gepubliceerd door DeMorgen.be op 23/03/2017
Dit dossier werd vermeld in Hautekiet (Radio 1) op 24/03/2017
Dit dossier werd gepubliceerd door WAT WAT op 01/10/2018