Mijn favoriete band op het podium, een pint in mijn hand en mijn lief aan mijn zij. Wat een heerlijke vrijdagavond. De stevige bas gonst door mijn lijf en de alcohol krult mijn lippen omhoog. Dit is zo één van die momenten waarop ik me deel van een groter geheel voel.
"Geniet ervan, want het is misschien de laatste", schreeuwt de leadzanger ons toe. Wat volgt, is hun grootste hit. De radertjes in mijn hoofd beginnen te draaien tot ze kortsluiting krijgen. De mist in mijn hoofd rukt weer op en het grote verdriet komt binnengeslopen. Verward en onrustig sta ik rond te kijken. Willen zij soms ook gewoon stoppen? Willen ze ook even rust? Willen ze ook dat het gewoon eindigt?
Het duurt even voor ik snap waarover het gaat. De wereld buiten mijn hoofd wordt nog steeds geteisterd door een pandemie. Misschien moet het land binnenkort weer op slot. Het is misschien de laatste, voor even. Wat een verschil twee woorden kunnen maken.
De rest van de avond probeer ik het ongemakkelijke gevoel van me af te dansen en te zingen. Misschien wil ik wel een einde omdat ik een nieuw begin wil. Een herkansing. Ik sluit uiteindelijk een compromis met mezelf: alles is een begin, alles is een ochtend. Ik kan gewoon opnieuw beginnen wanneer ik maar wil.