(ExtraSport) Björn Ruytinx is een krijger van vele oorlogen. Hoewel zijn carrière in derde provinciale begon, zal de kapitein van Oud-Heverlee Leuven op 31-jarige leeftijd voor het eerst aantreden in eerste klasse. "Ik besef dat ik het ver geschopt heb, gezien de kwaliteiten die ik heb."

Ruytinx oogt ontspannen wanneer we hem begroeten op het oefencomplex van OHL. Van de materiaalman tot zijn ploegmaats, iedereen wordt hartelijk begroet door de kapitein van de nieuwbakken eersteklasser. De sympathieke Limburger maakt zijn bijnaam 'El Toro' niet meteen waar naast het veld. De stier blijkt in het dagelijkse leven eerder een lammetje te zijn.

Eerst en vooral: We hebben een foto van jou gevonden op het internet…
(gespeeld bezorgd) Oei oei. Vertel.

Het is een foto van jou en doelman Yves Lenaerts op de cover van het computerspel FIFA 2012.
(lacht) Ja, ik heb hem ook al gezien. Dat is natuurlijk schitterend, zeker omdat ik zelf een fanatieke gamer ben. Dat er supporters zijn die in hun vrije tijd zo een dingen te maken, toont dat de titel leeft bij de mensen en dat er toch wel respect voor je is. Maar toch denk ik niet met OHL te spelen op dat spel. Waarom niet? Ik zal er waarschijnlijk voor geen meter vooruit gaan (lacht).

Kampioenen

Jullie pakten vorige week de titel. Al bekomen van de kater?
Na de wedstrijd tegen Antwerp was ik pas om half zeven ’s ochtends thuis. Dat zegt genoeg denk ik. Maar ook de dagen daarna hebben we de bloemetjes buiten gezet. Maandag zijn we met de volledige kern wat gaan eten en met enkele spelers iets gaan drinken op de Leuvense Oude Markt. De dag daarna hebben we van ’s middags enkele terrasjes gedaan om pas ’s avonds laat bij mij thuis de avond te beëindigen. En woensdag ten slotte hebben we in plaats van te trainen een feestje gegeven in het trainingscomplex.

Na de kampioenenwedstrijd in Antwerpen zou er een rondborstige journaliste zich willen uitkleden hebben in jullie kleedkamer. Trainer Ronny Van Geneugden stuurde ze net op het moment van de waarheid weg. Een domper op de feestvreugde?
Ik heb dat ook gehoord, maar ik heb dat zelf totaal gemist. Achteraf heb ik filmpjes gezien op de gsm’s van enkele ploegmaats, waarop bleek dat ze zichzelf op het beslissende moment heeft ingehouden. Maar dat ze is buitengestuurd, was geen domper op de feestvreugde alleszins (lacht).

Jullie hebben lang alle druk afgehouden. Pas drie speeldagen voor het einde werd er voorzichtig over een eventuele titel gesproken.
Als je vijf punten bonus hebt op de dichtste achtervolger, begin je wel te dromen van een eventuele promotie. Maar het is niet zo dat we toen gezegd hebben: “we pakken die titel gewoon”. We hebben de druk altijd bewust afgehouden. Binnen de groep werd er wel gesproken, maar we spraken onderling af om er voor de buitenwereld over te zwijgen. Daarom hebben we er ons pas over uitgesproken wanneer we zelf alles in handen hadden. We hebben nooit gezegd: “Wij worden kampioen en wij verdienen de eerste plaats”. Lommel deed dat wel. Ze hebben zichzelf altijd die druk op de schouders gelegd.

Misschien maar goed ook: toen de druk toenam in de laatste wedstrijden, draaide het stroever. Kwam dat omdat jullie op de hoogte waren van de tussenstand in Lommel?
Neen, op het veld wisten we niet wat Lommel het aan het doen was. De bank hield die informatie geheim voor de spelers. Je hoort in het publiek wel wat geruchten rondgaan, maar je kan daar niet op vertrouwen. Dat het stroever ging de laatste matchen, is ook niet abnormaal na zo een lang seizoen. Zeker tegen Tienen, omdat een derby altijd wat steviger en meer gesloten is dan andere matchen.

Jullie begonnen aan het seizoen met een volledige vernieuwde kern. Hoe komt het dat de mayonaise meteen pakte?
De trainer heeft daar een heel erg grote rol in gespeeld. Hij wist perfect wat er hier de voorbije twee jaar is gebeurd, met al die huurlingen en buitenlanders. Begrijp me niet verkeerd, ik heb zeker niets tegen buitenlanders, met Hamdi Harbaoui en Sandro Bloudek hebben we twee prachtexemplaren. Maar de vorige jaren waren de buitenlanders hier maar al te vaak van een minder kaliber. De trainer heeft daarom Vlaamse en talentvolle spelers gekocht. Toch blijft zijn belangrijkste verdienste dat hij er een groep van gemaakt heeft. Ongelooflijk eigenlijk wanneer je er nu op terugkijkt.

Is dit de beste ploeg waarin je al gespeeld hebt?
Ik heb al een keer de eindronde gespeeld met OHL in tweede klasse, maar toch denk ik dat deze groep iets sterker is. Toen hadden we met Thomas Maton, die nu bij Zulte Waregem speelt, een echte klasbak. En in de spits liep Toni Brogno, die meer dan geregeld zijn goaltje meepikte. Nu hebben we ook twee spelers die er een beetje bovenuit steken, met Hamdi en Jordan (Remacle, red.) die samen een veertigtal doelpunten gemaakt hebben. Ik zit aan acht stuks, Wouter Schelen en enkele andere jongens zitten ook rond dat aantal. Onze basis is nu breder dan toen, dus denk ik wel dat dit OHL de beste ploeg is waarin ik ooit gespeeld heb.

Je spreekt over klasbakken: wie is de beste speler waarmee je ooit hebt samengespeeld?
Dat zal Thomas Maton zijn. Voetballend is hij ruim de beste speler waarmee ik ooit in het team stond. Ik heb ook nog met çoiske Sterchele gespeeld, toen nog in derde klasse. Ook al was hij al erg goed en vooral heel beslissend voor het team, toch heeft hij zijn grootste progressie pas gemaakt in Charleroi, onder Jacky Mathijsen. Toen is hij een veel completere voetballer geworden, wat we jammer genoeg zelf hebben mogen ondervinden toen we voor de beker naar het Stade du Pays de Charleroi moesten (OHL verloor er met 2-0, red.).

Geen Ronaldinho

Zelf ben je niet echt het technische type, maar meer een stormram. Heb je die speelstijl altijd al gehad?
Ik denk van wel. Ik ben de laatste jaren wel veel sterker geworden. Toen ik in Leuven aankwam was ik zes kilo lichter en vooral veel minder gespierd. Hier op de club kreeg ik echter een persoonlijk programma en kan ik naar de fitness gaan. Ik zag dat als een kans om beter te worden en iets bij te leren. Als je zo een kans krijgt, dan moet je die grijpen.

Naast je fysieke présence ben je vaak ook verbaal erg aanwezig op het veld.
Dat zit gewoon in mij. Ik ben altijd al heel mondig geweest. Ik ben nu wel kapitein, maar ik heb die band zeker niet nodig om mijn zegje te doen in een groep, of om de tegenstander wat van zijn melk te brengen. Ik schrik er niet voor terug de tegenstander te intimideren. Het is een manier om de concentratie bij je tegenspeler te verbreken. Zeker tegen jongere spelers lukt dat wel eens.

Ook al ben je een publiekslieveling in Leuven, toch heb je er al moeilijke momenten gehad. Toen je enkele jaren geleden na een moeilijke periode scoorde, gebaarde je naar het publiek dat ze moesten zwijgen. Voel je je nog steeds onvoldoende gesteund op sommige momenten?
Onvoldoende gesteund … Ik weet van mezelf ook dat ik geen mooie voetballer ben, verre van zelfs. Ik ben geen Ronaldinho. Ik doe het met de kwaliteiten die ik heb. Ik behoor gewoon tot het type voetballer waar je voor of tegen bent, een echte werker. Dat is altijd al zo geweest en zal altijd zo blijven. Ik ben er zeker van dat er altijd mensen zullen beweren dat ik het niveau niet aankan. Dat was zo toen we van derde naar tweede klasse promoveerden, en dat zal nu ook het geval zijn.

Ik heb gewoon altijd geprobeerd zoveel mogelijk op te pikken van de trainers die ik gehad heb, om zo progressie te blijven maken. Natuurlijk stoort het me dat er altijd mensen zullen zijn die iets tegen mij of mijn speelstijl hebben. Je wilt altijd dat iedereen je apprecieert, zeker als je alles geeft voor een club. Maar ik ben oud en wijs genoeg om te beseffen dat dat niet voor mij is weggelegd. Hoewel ik vind dat ik mag zeggen dat ik wel iets kan, aangezien ik ondertussen al zeven jaar bij dezelfde club zit.

Trainer Ronny van Geneugden haalde je dit seizoen geregeld na een uur naar de kant. Vind je dat zelf niet een beetje ondankbaar?
(aarzelt) Op zich wel. Maar het is toch niet meer dan normaal dat ik teleurgesteld ben bij een wissel? Natuurlijk heb het er moeilijk mee om vervangen te worden, ik wil altijd zo lang mogelijk spelen. Er zijn uiteraard enkele matchen bij geweest waar het vet al na zeventig minuten van de soep was. Anderzijds zijn er evengoed matchen geweest waarin ik de negentig minuten wel kon volmaken, maar toch naar de kant moest.

De vraag is: ben ik daar kwaad om? Het antwoord is neen. De trainer is op en top professioneel. Wanneer hij mij vervangt, heeft dat altijd een reden. In zeventig procent van de matchen was mijn vervanging pure tactiek.

Vind je het dan niet erg dat net jij geslachtofferd wordt?
De trainer moet keuzes maken. Hamdi maakte dit seizoen al 23 doelpunten (ondertussen 25, red.). Hij is zó scherp voor doel, dat hij uit het niets een doelpunt kan maken. Moet je zo iemand dan vervangen? Ik vind van niet. Natuurlijk had ik liever langer gespeeld, maar ik ben tevreden met de speelminuten die ik gehad heb dit seizoen.

Het is trouwens de eerste keer in drie seizoenen dat ik nog eens dertig wedstrijden gespeeld heb. Het is net zoals bij Oleg Iachtchouk, die bij Anderlecht voortdurend gekwetst was maar bij Cercle bijna altijd topfit is. Dat komt door de trainer, die hem perfect begeleidt en hem op tijd rust geeft. Ronny Van Geneugden doet dat ook. Hij is erg veel met individuele begeleiding bezig. Samen met Rudy Cossey is het ruim de beste trainer die ik ooit heb gehad.

Groot avontuur

Je kon enkele seizoenen geleden al in eerste klasse gevoetbald hebben. Sint-Truiden was geïnteresseerd, maar de deal sprong uiteindelijk af. Hoe kwam dat?
Ik heb zelfs twee keer dicht bij een overgang naar Sint-Truiden gestaan. De eerste keer was zeven jaar geleden. De interesse was toen concreet, tot Marc Wilmots het roer overnam bij Sint-Truiden en zijn eigen jongens meebracht. Uiteindelijk heb ik dan voor OHL gekozen, dat toen in derde speelde. Drie jaar geleden wilde Sint-Truiden me terug, maar ze moesten eerst een van hun spitsen op overschot verkopen. Dat waren Pospíšil, Peter Van Houdt en zelfs Sidibé, als ik mij niet vergis. Zij bleven echter in Sint-Truiden, ik bleef in Leuven.

Op dat moment vond ik het een gemiste kans. Ik zat echt in de vorm van mijn leven. Ik voelde me heel sterk. Dan is het jammer dat je het niet kan bewijzen op het hoogste niveau.

Volgend jaar krijg je die kans wel. Verwacht je dat je in eerste klasse je prestaties van de voorbije jaren kan evenaren?
Als je mij die vraag drie jaar geleden had gesteld, had ik volmondig ja gezegd. Maar op dit moment ben ik al 31. We zullen wel zien wat volgend jaar brengt. Ik ga gewoon vechten voor een plaats.

Je ambieert geen basisplaats?
Kijk, een van mijn sterke punten is dat ik weet wat ik kan en wat ik niet kan. Ik besef dat ik het ver geschopt heb, gezien de kwaliteiten die ik heb. Dat ik volgend jaar in eerste klasse kan spelen, is gewoon een bekroning voor mijn hele carrière. En hoeveel mensen kunnen zeggen dat ze op hun 31e hun debuut hebben gemaakt op het hoogste niveau? Ze zeggen altijd dat je op je 28e aan je plafond zit, maar dat geldt blijkbaar niet voor mij. Ik ben ook de laatste jaren progressie blijven maken. Daarom wil ik eerst en vooral bewijzen dat ik het niveau van eerste klasse wel degelijk aankan. In het begin zal het vooral aftasten zijn, zal ik mij moeten proberen aanpassen aan het niveau en het zo snel mogelijk oppikken.

Volgend jaar wordt gewoon een groot avontuur. We speelden nu al elk jaar een oefenwedstrijd tegen Anderlecht of Standard, dus voor ons is dat niet zo speciaal. Vooral voor de supporters is het een hele belevenis.

Vrees je een leegloop voor volgend seizoen?
Daar kan ik niet veel over zeggen. In de wandelgangen vang je wel eens wat op over mogelijke vertrekkers, maar ik heb er een goed oog in. Neem Hamdi als voorbeeld. Dat is een heel verstandige jongen, die weet dat hij aan spelen moet toekomen om te kunnen blijven groeien. Hier in Leuven heeft hij al veel opgebouwd en heeft hij op een jaar tijd laten zien dat hij er staat. Iedereen binnen de club draagt hem op handen. Als hij nu naar een andere club trekt, moet hij van nul herbeginnen. Natuurlijk, als er een mooie ploeg met veel geld over de brug komt, dan moet hij zijn kans gewoon wagen. De club zal hem in dat geval ook zeker niet tegenhouden.

Tot slot nog een kritische noot: na een gewonnen wedstrijd zingen jullie altijd luidkeels ‘waar is dat feestje’. Vind je het zelf niet een beetje…
Afgezaagd (lacht)? Ik weet het. Hoe beginnen zulke dingen? Toen het stadion vol was gelopen in het begin van het seizoen, zijn we daarmee begonnen. Dat gaf echt een fantastisch effect. Maar nu heb ik er ook stilletjes aan mijn buik van vol. Hopelijk is iedereen het volgend jaar gewoon vergeten.

© 2011 – Extrasport – Niels Vleminckx, Foto: Facebook
Dit artikel verscheen eerder op ExtraSport.be en kadert in een samenwerking tussen StampMedia en ExtraSport.