We lachen. Tramritten zijn voor ons te kort. We hebben te veel om over te praten. Over zijn vriendin en de belovingsring, over seksime, de nieuwe opleiding die ik volg, lelijke pasfoto’s en die keer dat we verdwaalden. Altijd weer die keer dat we verdwaalden. Het was mijn schuld. Ik heb het richtingsgevoel van een blinde hond. Hoe we ooit terug zijn geraakt aan halte Astrid weten we niet meer, alleen dat het fout ging aan Harmonie. We zouden een slecht koppel zijn. Gelukkig heb ik hem drie keer afgewezen. Ondertussen vond hij de liefde en ik praat weleens over de corgi’s die ik wil als mijn tramprins niet komt opdagen. Mensen worden stil om ons heen als wij praten. We zijn te luid en onze gesprekken zijn niet geschikt voor kinderoren. Soms is er een vrouw die zich eens boos naar ons omkeert, maar wij zijn alle schaamte allang voorbij.
Vandaag stoppen we aan halte Kinepolis. Een actiefilm, een sequel waar ik het eerste deel niet van zag. We drinken. Hij een Virgin Mojito, ik Cuba Libre. We eten. Hij vertrekt, terug de tram op. Mijn frietjes zijn nog niet op. Ik blijf achter. Ik slurp cola en denk aan onze gesprekken en over hoe mijn tramprins me nooit zou achter laten in een hamburgerrestaurant. Ik ga naar de tramhalte, kijk rond, geen prins. Ik swipe wat rond.
Karolien Segers