Het leerkrediet is een maatregel die moet vermijden dat studenten onbeperkt blijven doorstuderen op kosten van de overheid. Heel wat studenten blijken echter niet goed op de hoogte te zijn van hoe het leerkrediet nu juist werkt, wat nare verrassingen tot gevolg kan hebben. “De bedoeling is niet studenten af te straffen, wel ze op tijd te heroriënteren.”
Het leerkrediet werd in 2008 ingevoerd door de Vlaamse overheid. Volgens het huidige systeem begint elke student met een ‘rugzakje’ van 140 studiepunten. “Met die punten kan de student vakken opnemen”, verduidelijkt Kristiaan Versluys, directeur Onderwijsaangelegenheden aan de Universiteit Gent. “Een standaardjaar bestaat uit 60 studiepunten, onderverdeeld in bijvoorbeeld 10 vakken van 6 studiepunten elk.” De juiste verdeling van het aantal studiepunten per vak hangt af van de onderwijsinstelling en de richting.
“Als de student op een vak slaagt, krijgt hij de daarvoor ingezette studiepunten weer terug. Voor de vakken waarop hij buist, verliest hij het ingezette aantal punten. Als een student dus drie jaar studeert en een vlekkeloos parcours aflegt, zou hij moeten eindigen met nog steeds 140 punten. De eerste 60 punten waarvoor hij slaagt, krijgt hij echter dubbel terug, dus de ideale student beëindigt zijn bachelor met 200 studiepunten in zijn rugzak”, legt Versluys uit.
“Wie echter buist op een aantal vakken, verliest daarvoor studiepunten. Maar het leerkredietsysteem is genereus: zelfs als je in je eerste jaar op al je vakken buist, dus voor 60 studiepunten, hou je er nog steeds 80 over. Dat is genoeg om je jaar over te doen of aan een andere richting te beginnen”, vervolgt de onderwijsexpert. “Wie een foute keuze maakt of zich moeilijk kan aanpassen aan het hoger onderwijs, valt dus niet meteen uit de boot.”
Onaangename verrassingen
Het leerkredietsysteem blijkt echter niet even duidelijk voor iedereen, en kan voor onverwachte problemen zorgen bij studenten die niet beseffen dat ze door hun voorraad studiepunten zitten. “Maar over het algemeen werkt het leerkrediet best goed”, meent Versluys. “Het is eerder uitzonderlijk dat beginnende studenten twee jaar na elkaar op alle vakken buizen en al hun leerkrediet verspelen. Dat zijn dan ook de mensen die door systeem worden tegengehouden: de studenten die echt geen moeite doen.”
“Bovendien hebben universiteiten en hogescholen naast het leerkrediet ook hun eigen studievoortgangbewakingsmaatregelen. Die treden normaal al in werking voor het leerkrediet van een student op is. Zo kan de student bijvoorbeeld verplicht worden van richting te veranderen wanneer duidelijk wordt dat hij het niet zal halen in zijn huidige richting. Het is dan ook cruciaal dat studenten voldoende begeleid worden, zodat die heroriëntering tijdig kan plaatsvinden.”
Studenten vinden echter niet altijd hun weg naar de trajectbegeleiders, en wanneer ze dat wel doen, hebben ze soms het gevoel dat die begeleiders ook niet echt hulp kunnen bieden. “Op sommige momenten van het jaar kunnen trajectbegeleiders zo overspoeld worden, dat ze niet iedere student terdege kunnen helpen. Dat is inderdaad een probleem”, geeft Versluys toe. “Maar veel studenten gaan anderzijds ook niet op gesprek, omdat ze zich schamen voor hun slechte punten. Dan kunnen ze natuurlijk niet goed begeleid worden.”
Krediet kopen
Een veelvoorkomende misvatting is dat wie geen leerkrediet meer heeft, toch nog kan voortstuderen mits hij meer inschrijvingsgeld betaalt. In de realiteit kunnen de scholen echter zelf kiezen of ze een student zonder leerkrediet al dan niet verder laten studeren. Veel scholen weigeren dan ook studenten zonder krediet toe te laten, zeker als ze nog geen diploma behaald hebben.
“De scholen mogen maximum het dubbele van het normale inschrijvingsgeld vragen aan een kredietloze student - om en bij de 1300 euro dus”, legt Versluys uit. “Als je bedenkt dat een student gemakkelijk 10 000 euro per jaar kost, dan is het niet verwonderlijk dat ze geen studenten toelaten die niet door de overheid gefinancierd worden. Bovendien zijn we aan de UGent bijvoorbeeld niet bereid om studenten toe te laten mits ze extra betalen, omdat je zo een systeem van ongelijkheid creëert.”
“Het leerkrediet is uiteraard geen volmaakt systeem”, merkt Versluys nog op. “De scholen zelf waren er ook geen vragende partij voor - die vinden hun eigen studievoortgangsmaatregelen over het algemeen voldoende. Het is ook zeker niet de bedoeling studenten te straffen wanneer ze een verkeerde keuze maken of slechte punten halen. Maar de flexibilisering kan niet tot in het oneindige doorgaan. De huidige maatregelen mogen dan niet perfect zijn, ze werken wel.”
Lees alle artikels in ons dossier-leerkrediet
|
© 2014 - StampMedia - Maya Witters
Dit artikel werd gepubliceerd door deredactie.be op 24/09/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 25/09/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Pienternet.be op 25/09/2014