© Wouter Van Vooren

In de Vlaamse gevangenissen leven op dit moment tien kinderen bij hun moeder. Hoe gaat het Belgische systeem om met baby’s achter de tralies en is dat nog wel verantwoord? 

Margot Devloo is alumnus Journalistiek op de Erasmushogeschool in Brussel. Ze schreef dit artikel in het kader van haar bachelorproef. Daarmee haalde ze de longlist van de Vlaamse Scriptieprijs. De winnaar wordt bekend gemaakt op 19 december.

*alle getuigen kregen een schuilnaam.

Yarno* (5) was één van de kinderen die opgroeide in een gevangenis. Hij spendeerde al meer dan de helft van zijn jonge leven achter de tralies bij zijn gedetineerde moeder. De dag na zijn derde verjaardagsfeestje moest hij verhuizen, zoals de Belgische wet voorschrijft. Hij bracht eerst een jaar door in het residentiële verblijf van Kind en Gezin. Enkele maanden geleden trok Yarno eindelijk in bij zijn nieuwe pleegouders. 

Tijdens zijn periode in de gevangenis was Yarno bijna non-stop bij zijn mama. Ze sliepen bij elkaar in een cel, elk in hun eigen bed, waar ze de tijd samen vulden. Af en toe werd Yarno door Sofie Mortier, een begeleider van het Centrum voor Kind en Gezin, meegenomen naar de andere kant van de gevangenismuur. “We proberen ze zo nieuwe prikkels te laten ervaren”, vertelt Mortier. “De begeleiders gaan met het kind de stad in of gaan winkelen. Op die manier krijgt het kleutertje ook de wereld te zien.”

Vlak na Yarno’s tweede verjaardag werden hij en zijn mama voorbereid op de onafwendbare breuk. Volgens de wet mag een kind ouder dan drie niet meer bij zijn mama in de gevangenis wonen. Eerst wordt bekeken of het kind naar familie of vrienden kan. Als dat niet lukt, wordt er uitgekeken naar een pleeggezin. “De gesprekken beginnen met de moeder. Bij Yarno liep dat niet zo vlot. Eerst werd familie gecontacteerd”, vertelt Mortier. “Het is de optie die gedetineerde moeders prefereren, omdat ze op die manier het gevoel hebben dat ze iets aanweziger kunnen blijven in het leven van hun kind.”

Tot tweemaal toe kwam er iets tussen waardoor Yarno toch niet bij familie kon blijven. Hij kreeg tenslotte tijdelijk onderdak bij Kind en Gezin. Sinds afgelopen december woont Yarno bij zijn nieuwe pleegouders. “Hij doet het heel goed. Het is een clever ventje”, vertelt Mortier. “Dat komt deels omdat hij tijdens zijn eerste duizend levensdagen zoveel bij zijn mama is geweest.”

De eerste duizend dagen zijn cruciaal volgens de bonding theory. Annelies Hoedemakers, psycholoog bij het Centrum voor Kind en Gezin legt uit: “Het is de basis voor de emotionele ontwikkeling van het kind, het gaat over de hechting. Het is belangrijk dat mama en kind dan in een vrij stabiele periode zitten. De moeder moet het kind leren kennen en omgekeerd. Als die eerste duizend levensdagen stabiel zijn, zorgt dat ervoor dat het kind later ook stabiel kan leven.”

“Ik zeg dan vaak dat een kind tot zijn drie jaar wel wat speelgoed nodig heeft, maar vooral zijn mama. Het leven ontdekken kan later ook nog” – Sofie Mortier (Begeleider Centrum voor Kind en Gezin)

Er wordt voor de bevalling bekeken of de gedetineerde bekwaam genoeg is om de moederrol op zich te nemen. Als dat het geval is, zal het kind tot zijn derde verjaardag bij de moeder in de gevangenis verblijven. “We willen vermijden dat het kind al vanaf zijn geboorte van pleeggezin naar pleeggezin gaat en breuken ervaart. Een kind voelt ook aan wie zijn of haar mama is, de moeder heeft het tenslotte negen maanden gedragen. Als de eerste drie jaar niet stabiel zijn, heeft dat effect op het verdere leven van het kind”, vertelt Hoedemakers. “Moeders voelen zich vaak schuldig dat ze hun kind voor de eerste drie jaar van het leven ontnemen”, vult Mortier aan. “Ik zeg dan vaak dat een kind tot zijn drie wel wat speelgoed nodig heeft, maar vooral zijn mama. Het leven ontdekken kan later ook nog.”

Breuk met de moeder

Elk kind heeft het recht om samen te wonen met de ouders. “Dat het toegelaten is tot het derde levensjaar heeft ook te maken met de schoolleeftijd”, vertelt Hoedemakers. “Wij raden aan dat vanaf het kindje één jaar is, het zoveel mogelijk naar een opvang buiten de gevangenis gaat. Zo leren zowel de mama als het kindje om apart te zijn, maar kan het kind wel steeds weer terug naar zijn vertrouwde nest.”

Zelfs al gaan de kinderen van gedetineerden overdag naar buiten, dan nog spenderen ze gemiddeld meer tijd bij hun mama dan andere baby’s. Dat heeft onder andere een duidelijke invloed op hun taalgebruik. “We zien vaak dat de kindjes in de gevangenis sterk zijn op cognitief vlak, omdat de mama er juist zoveel mee kan bezig zijn”, vertelt Mortier. Op sociaal vlak zijn ze meestal wel een beetje achter. “Kindjes in de gevangenis zijn een bepaalde structuur gewend en kennen niet veel prikkels.” Zo willen ze dat alle deuren en kasten altijd gesloten zijn. Ze spreken van ‘de wandeling’ en ze zijn niet veel lawaai gewend. Het geluid van een voorbijrijdende ambulance kan hen al bijzonder onrustig maken.

“De kindjes die uit de gevangenis komen zijn vaak angstiger dan anderen. Yarno had het ook moeilijk om alleen te slapen”, legt Hoedemakers uit. “Als je drie jaar lang, elke nacht, bij je mama slaapt, is het normaal dat wanneer je plotseling alleen moet slapen, je bang wordt.” Toch probeert het Centrum voor Kind en Gezin de kinderen en de moeders zo goed mogelijk voor te bereiden op deze breuk.

Yarno weet dat zijn mama in de gevangenis zit, hij begrijpt goed wat er gebeurt en gaat al sinds zijn derde naar een psycholoog

Ondanks de goede voorbereiding, kende Yarno toch een moeilijke overgang. Hoedemakers: “In het begin wilde hij, afgezien van zijn melkje, niet eten. We hebben veel tijd geïnvesteerd om zijn vertrouwen te winnen. Na een poos lukte het uiteindelijk allemaal wel, mede omdat zijn basisvertrouwen wel vrij goed zit.”

Yarno weet dat zijn mama in de gevangenis zit, hij begrijpt goed wat er gebeurt en gaat al sinds zijn derde naar een psycholoog. “Het is belangrijk dat we de juiste termen gebruiken”, zegt Hoedemakers. “We bespreken eerst met zijn mama wat we wel en niet gaan zeggen en vervolgens leggen we het uit aan Yarno.”

Ondertussen gaat Yarno met zijn pleegouders ongeveer wekelijks op bezoek in de gevangenis. “Het is een heel gedoe. Ze worden gescreend, gefouilleerd en daarna kan Yarno een paar uurtjes zijn mama zien in de bezoekzaal”, vertelt Geertrui Verdonck, aalmoezenier in de gevangenis van Brugge. Ook mag hij één keer per week 20 minuten videobellen met zijn mama. “Wat lastig is voor een kind. Het is natuurlijk een enorme verandering voor Yarno. Hij was meer bij zijn mama dan andere kinderen en plots ziet hij haar nog maximum enkele uurtjes per week”, gaat Verdonck verder. Het is ook niet zeker dat wanneer de moeder van Yarno vrijkomt, ze hem weer fulltime bij zich mag hebben. “Dan wordt het contact weer opgebouwd en kan het enkele jaren duren voor Yarno weer voltijds bij zijn mama woont.”

Ver weg van de gevangenis

Daar kan Sonja* over getuigen. Een jaar geleden kwam ze vrij. Haar vier kinderen zaten verspreid over instellingen in Vlaanderen. Nu, een jaar later, ziet ze hen alleen in het weekend. Hoewel Sonja goed begrijpt dat ze een fout heeft begaan, vindt ze dat zij en haar kinderen op die manier nog steeds gestraft worden. Ook tijdens haar gevangenschap konden haar kinderen eigenlijk niet op bezoek komen. De keren dat dat wel kon, kwam er telkens veel bij kijken.

Gedetineerde moeders zien hun kinderen veel minder eens ze ouder zijn dan drie jaar. “Het is gewoon enorm lastig, het kind zit vaak in een instelling of een pleeggezin ver weg van de gevangenis. Voor twee uurtjes naar de gevangenis komen om je mama te zien wordt dan al snel een daguitstap”, vertelt Verdonck. “Moeders op de moeder-kindafdeling krijgen best veel ondersteuning, maar andere gedetineerde moeders, waarvan het kind niet meer mee in de cel zit, worden een beetje aan hun lot overgelaten.”

“Nadat het drie jaar is geworden, verdwijnen de moeders een beetje uit het leven van hun kind” – Geertrui Verdonck (Aalmoezenier in de gevangenis van Brugge)

Het Centrum voor Kind en Gezin begeleidt de moeders op de moeder-kindafdeling, maar voor de andere moeders bestaat er geen instantie die hen ondersteunt tijdens het moederschap. “Meestal verdwijnen ze dan een beetje uit het leven van hun kind”, vertelt Verdonck. “Dat heeft een slechte invloed op de mama, maar ook op het kind.”

Bij mama logeren

In een ideale wereld zouden moeders in een detentiehuis zitten, vinden zowel Verdonck, Mortier als Hoedemakers. In zo'n kleinschaligere instelling worden gedetineerden op maat begeleid. “Kinderen kunnen dan vaker en gemakkelijker op bezoek komen, omdat er minder bij komt kijken. Ze kunnen dan zelfs een nachtje per week blijven slapen”, legt Verdonck uit.

Het zou goed zijn voor de band tussen moeder en kind, vindt ook psycholoog Hoedemakers. “Hoe fijn zou het zijn, mocht Yarno nog één dagje in de week bij zijn mama kunnen logeren. Zo wordt de band veel beter onderhouden en heeft de mama tenminste het gevoel dat ze aanwezig is in zijn leven.”

Kinderen (met een ouder in detentie) hebben nood aan een kindvriendelijke en huiselijke omgeving wanneer ze hun ouder bezoeken. Dat blijkt uit onderzoek van Hogeschool VIVES uit 2020. Vzw De Huizen op wil daarom inzetten op detentiehuizen voor moeders. “De manier waarop we nu omgaan met gedetineerde moeders zorgt ervoor dat we niet alleen de moeder, maar ook het kind straffen," vertelt Manu Pintelon, criminoloog en coördinator van vzw De Huizen. “In een detentiehuis kan het kind op bezoek komen wanneer het wil en het kan enkele dagen per week blijven slapen. Kinderen jonger dan drie kunnen zo bij hun mama verblijven in een huiselijke omgeving.”

“De manier waarop we nu omgaan met gedetineerde moeders zorgt ervoor dat de straf niet alleen voor de moeder is, maar ook voor het kind” – Manu Pintelon (criminoloog en coördinator van vzw De Huizen)

Moeder en kind worden gestraft

Hoewel ook de politiek stilaan het nut van detentiehuizen begint in te zien, zal het nog niet voor meteen zijn. “Eind volgend jaar zullen er zeven detentiehuizen in Vlaanderen worden geopend”, vertelt Pintelon. “Die zijn voorlopig alleen voor gedetineerden met een korte straf. Wij pleiten momenteel voor twee specifieke doelgroepen: jongeren onder 25 jaar en moeders met kinderen. De politiek zal komend jaar enkel voor de eerste doelgroep detentiehuizen openen.”

Vzw De Huizen is ervan overtuigd dat we in de 21e eeuw niet op een correcte manier omgaan met detentie. “De enige straf is de vrijheidsstraf”, verduidelijkt Pintelon. Het is volgens De Huizen niet de bedoeling dat je mensen vervreemdt van de maatschappij, wel dat je hun vrijheid inperkt. “Zeker als we gaan kijken naar de moeders. Het is voor zowel moeder als kind een straf op dit moment. De gevangenis is geen ideale plek om de ontwikkeling van je kind te stimuleren. Voor zowel moeders als kinderen zouden detentiehuizen een betere oplossing zijn”, vindt Pintelon. “Detentiehuizen lossen natuurlijk niet alles op, maar op die manier hebben de kinderen een betere connectie met hun mama en de samenleving.”

Yarno is slechts één van velen. “Het verhaal van Yarno is heel mooi gelopen”, vertelt Sofie Mortier van het Centrum voor Kind en Gezin. “Er zijn ook schrijnende verhalen. Moeders met een migratieverhaal, die terug naar hun land worden gestuurd en dan de keuze voor de keuze komen te staan: nemen ze hun kind mee of laten ze het achter om hun leven hier op te bouwen?”

Moeders willen het beste voor hun kind en dat is niet anders bij gedetineerde moeders. Toch wordt er nog een onderscheid gemaakt tussen gedetineerde moeders met hun kind in de gevangenis en degene met kinderen erbuiten. “Vanaf dat het kind drie jaar is en de moeder nog vastzit, vervaagt de band meer en meer”, zegt aalmoezenier Geertrui Verdonck.

Dat de gevangenis specifiek voor gedetineerde moeders niet ideaal is, beseft ook Justitie. Hoewel detentiehuizen al sinds 2020 in het regeerakkoord staan, zowel voor gedetineerden met korte straf als voor gedetineerde moeders, denkt het kabinet van voormalig minister Van Quickenborne (Open VLD) nog niet na over moeder-kinddetentiehuizen. “We zitten voorlopig nog maar in de eerste fase met de detentiehuizen”, vertelt Els Van Herck, adviseur van ex-minister Van Quickenborne. “We hebben keuzes moeten maken en houden ons nu bezig met de detentiehuizen voor gedetineerden met een korte straf.”

Toch geeft Van Herck ook toe dat deze situatie niet ideaal is voor de moeders en kinderen. Detentiehuizen voor gedetineerde moeders, zullen er niet meer voor eind 2024 komen. “We zullen sowieso moeten wachten tot de volgende regeerperiode”, vertelt Van Herck. "Tenzij er zich een mogelijkheid aanbiedt, maar dat is eerder uitzonderijk.” In Noorwegen, Denemarken en Spanje bestaan moeder-kinddetentiehuizen al, geeft Pintelon nog mee: “Er is voldoende bewijs dat het wel kan.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Sociaal.net op 07/02/2024.

vorige volgende