Dak- of thuisloze jongeren ondervinden vaak een hele hoop obstakels bij de zoektocht naar een woning. Ze kunnen het zich niet veroorloven om eisen te stellen voor kwaliteitsvol onderdak op de privémarkt. Daarnaast bemoeilijken een gebrek aan een netwerk en een ingewikkelde, ontoegankelijke bureaucratie hun situatie.
Vandaag is het Internationale Verzetsdag tegen Armoede. In Vlaanderen lanceerde Netwerk tegen Armoede, een koepelorganisatie van 58 armoedeverenigingen, de campagne ‘Armoede is een job waar je niets voor terugkrijgt’. Speerpunt van de campagne zijn uitkeringen en hoe die niet volstaan om een waardig leven te leiden. Vooral de huur of de lening voor een woning neemt een grote hap uit het maandbudget. Jongeren in armoede ondervinden vaak extra moeilijkheden, omdat zij om verschillende redenen voor het eerst op eigen benen moeten staan.
“Veel jongeren beschikken niet over een netwerk waarop ze kunnen terugvallen en wij proberen dat met hen op te bouwen.”
Een netwerk opbouwen
De vzw Betonne Jeugd in Antwerpen brengt jongeren in een kwetsbare positie samen en biedt hun psychologische en juridische steun aan. Wie langskomt krijgt eveneens hulp in de zoektocht naar een woning. “Ze weten vaak niet bij welke instanties ze terecht kunnen of waar ze recht op hebben”, vertelt Sarah Lampen, medewerker bij Betonne Jeugd. Voor wie net alleenstaand is, duurt het even om een uitkering of een leefloon te kunnen aanvragen.
De Antwerpse vzw verbindt de jongeren met andere organisaties zoals het JAC (Jongeren Advies Centrum). Die helpen de adolescenten verder om bijvoorbeeld verzekeringen in orde te brengen. Ook stimuleert Betonne Jeugd de jongeren om elkaar te helpen. “Veel jongeren beschikken niet over een netwerk waarop ze kunnen terugvallen en wij proberen dat met hen op te bouwen.”
Voor veel jongeren in armoede is de drempel te hoog om te gaan aankloppen bij een OCMW voor een sociale woning.
Asociale woningen
De campagne van Netwerk tegen Armoede focust dit jaar op hoe mensen met een uitkering steeds meer moeite moeten doen om hun rechten te kunnen opeisen. Voor veel jongeren in armoede is de drempel te hoog om te gaan aankloppen bij een OCMW voor een sociale woning.
De aanvraag voor een woning betekent in veel gevallen een administratieve rompslomp. De hele papiermolen wordt ook jaar na jaar ingewikkelder. “Veel administratie gebeurt nu online”, zegt Lampen, “maar dat maakt het eigenlijk moeilijker. Voor een internetverbinding heb je een huis nodig en zelfs wie een woning heeft gevonden, kan niet altijd budget vrijmaken voor internetkosten.” De coronacrisis zorgt ervoor dat het nog langer duurt om papieren in orde te brengen.
Wie uiteindelijk de hele procedure kan afwerken, belandt op de wachtlijst. Alleen kan het jaren duren voor iemand op een wachtlijst effectief een woning krijgt.
“Ik hoor verhalen van schimmel op de muren, hoge verwarmingskosten, donkere kamers en ook al eens een CO-vergiftiging.”
Gebrekkige privémarkt
Veel jongeren zoeken daarom een woonst op de privémarkt, maar volgens Lampen laat de kwaliteit van zo’n woning soms te wensen over. “Elke situatie is natuurlijk anders, maar ik hoor verhalen van schimmel op de muren, hoge verwarmingskosten, donkere kamers en ook al eens een CO-vergiftiging.” Toch kiezen jongeren voor dat soort behuizing, omdat ze simpelweg geen andere keus hebben. “Heel vaak is het budgettair overleven en pakken ze wat ze kunnen pakken.”
Privéverhuurders staan bovendien niet te springen als iemand de waarborg via het OCMW wil betalen. Verhuurders vrezen vaak dat die persoon de huur zelf niet zal kunnen betalen. Daarom kan een zoektocht op de privémarkt langer duren. Mensen met migratieachtergrond, moeten bovendien nog opboksen tegen discriminatie op de huurmarkt.
Om de huurprijs wat te drukken gaan kwetsbare jongeren vaak samenwonen. Alleen krijgen samenwonenden een lagere uitkering dan alleenstaanden, wat het beschikbare budget van de jongeren opnieuw naar beneden haalt. Dat kan tot lastige en stresserende situaties leiden. “Ik heb al meegemaakt dat iemand een vriend niet in huis wilde nemen uit angst om zijn uitkering te verliezen. Dat is dubbel pijnlijk, want die persoon zit dan met de stress over zijn uitkering en een schuldgevoel omdat hij zijn vriend niet heeft kunnen helpen.”
Financiële geletterdheid staat nu ook in de eindtermen voor het secundair onderwijs.
Financiële geletterdheid
Het kabinet van Minister Wouter Beke (CD&V) wil de financiële en digitale geletterdheid bij jongeren bevorderen vanuit de bevoegdheid Armoedebestrijding. “We werken onder meer met een ervaringsdeskundige die bewaakt dat documenten in begrijpbare taal worden opgesteld”, legt raadgever Bert D’hondt uit, “en we proberen organisaties als het JAC en het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk, red.) zo laagdrempelig mogelijk te houden.” Financiële geletterdheid staat nu ook in de eindtermen voor het secundair onderwijs.
Voor de digitale administratie wijst D’hondt op de internettoegang in inloopcentra voor dakloze jongeren en het meersporenbeleid dat de Vlaamse regering uitwerkte. Verder vermeldt hij het sociaal telefoontarief dat een korting geeft op de telefoon- of internetrekening. De vraag is wel of zo’n korting volstaat voor een groep die het soms al moeilijk heeft om de vaste maandelijkse kosten te betalen.
We contacteerden het kabinet van Vlaams Minister van Wonen Matthias Diependaele (NV-A) om de problematiek voor te leggen. De Vlaamse regering wil deze legislatuur onder meer het aantal controleurs verhogen. Dat moet de kwaliteit op de privémarkt beter garanderen. Ook maken veel lokale besturen het zogenaamde conformiteitsattest verplicht voor verhuurders volgens adjunct-woordvoerder David Van Kerkhoven. Zo kunnen huurders erop vertrouwen dat hun mogelijke thuis aan alle normen voldoet.
Een administratieve doolhof: het verhaal van Pedro (21)
Hoe is het nu om als maatschappelijk kwetsbare jongere je weg naar kwaliteitsvolle woonplek te vinden? Pedro komt uit een moeilijke thuissituatie en is sinds juni alleenstaand. Eerst kon hij bij een vriendin terecht, maar daarna moest hij door omstandigheden uitwijken naar het kot van een andere vriendin. In september viel ook die plek weg. Nu verblijft hij bij vrienden die hij leerde kennen via Betonne Jeugd.
Geen identiteitskaart = geen uitkering
Voorlopig is Pedro werkloos, maar voor hij bij een interimkantoor terecht kan moet hij eerst een nieuwe identiteitskaart aanvragen. Zijn oude raakte hij namelijk kwijt. Volgens zijn vakbond kan hij intussen geen uitkering ontvangen omdat hij maar 11 maanden gewerkt heeft. Tenzij hij naast een CV en een inschrijvingsbewijs nog een attest als schoolverlater kan bemachtigen. “Maar daarvoor moet ik een aanvraag indienen bij mijn oude school in Zele en daar nog allerlei andere documenten laten invullen. Dus dat kan wel nog even duren.”
Zelf iets regelen met de huisbaas
Pedro zoekt momenteel ook een woning. “Ik kijk nu wel online om de kosten te berekenen, maar verder zou ik niet weten hoe ik eraan moet beginnen.” Net zoals vele kwetsbare jongeren zoekt Pedro op de privémarkt en dan specifiek bij particuliere verhuurders. Bij particulieren zou de prijs soms iets lager liggen dan bij een woonbureau. “Dan kan je zelf iets regelen met je huisbaas over de waarborg bijvoorbeeld. Bij een woonbureau moet je drie maand [waarborg] betalen en loonfiches voorleggen. Privé moet dat niet altijd.”
Dankbaarheid
Van zijn vriend moet Pedro geen huur betalen, zelfs niet als hij een uitkering zou ontvangen. Uit dankbaarheid voor die solidariteit helpt Pedro mee in het huishouden. Zo gaat hij vaak de kinderen van zijn vriend ophalen aan de schoolpoort. Anderzijds wil hij niet langer dan nodig op het appartement van zijn vriend blijven. “Het lastigste is toch wel een goed appartement vinden voor de juiste prijs."