(MO*) Op dinsdag 16 juni stemt het comité voor Juridische zaken van het Europees parlement over een ontwerprichtlijn die bedrijfsgeheimen beter moet beschermen. “Als deze wetgeving erdoor komt, dreigt onderzoeksjournalistiek zoals LuxLeaks onmogelijk te worden”, zegt Pol Deltour, nationaal secretaris van de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten. Ook de Europese Federatie van Journalisten waarschuwt voor de inperking van het recht op vrije meningsuiting.
Het dertiende punt op de ontwerpagenda van het comité voor Juridische zaken, dat volgende week samenkomt in Brussel: “Bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan”. Het belang van de stemming voor de persvrijheid in Europa is niet te onderschatten.
“De tekst waar het JURI-comité van het Europees parlement zich dinsdag over buigt, wekt heel veel argwaan en onrust”, zegt Pol Deltour van de journalistenbond. “In functie van bedrijfsgeheimen wil men enorm veel informatie afsluiten voor openbaarmaking. Journalisten, en in het bijzonder onderzoeksjournalisten, zullen daarvan het slachtoffer zijn. En dus ook het publiek.”
Deltour citeert LuxLeaks als voorbeeld, het onderzoek naar geheime belastingafspraken tussen multinationals en de Luxemburgse fiscus. “Als de Europese wetgeving erdoor komt, dreigt dit soort onderzoeksjournalistiek onmogelijk te worden. Nog een voorbeeld: met die richtlijn zou Electrabel een bijkomend argument krijgen om te zeggen dat het publiek geen recht heeft op cruciale informatie over de kerncentrale van Tihange.”
De Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten stuurt vandaag (vrijdag 12 juni) een mail uit naar de 21 Belgische Europarlementsleden, met de vraag om de wetgeving niet goed te keuren. In het JURI-comité zetelen weliswaar geen Belgen, maar in een later stadium zullen ook zij in de plenaire zitting van het Europees parlement over de richtlijn moeten stemmen.
Wat is legitiem gebruik?
De Europese Federatie van Journalisten (EFJ) roept op om de draftversie van de richtlijn aan te passen, aangezien ze “journalisten ervan zou kunnen weerhouden hun recht op de vrijheid van meningsuiting uit te oefenen, en ook het recht van burgers om geïnformeerd te worden zou kunnen hinderen”.
De huidige tekst is niet evenwichtig, aangezien hij commerciële boven publieke belangen plaatst.
Volgens de EFJ beschrijft de ontwerptekst weliswaar uitzonderingen onder welke omstandigheden journalisten informatie mogen onthullen die beschouwd wordt als bedrijfsgeheimen. Verder wordt ook verwezen naar het EU Charter of Fundamental Rights om te verzekeren dat de richtlijn “het journalistieke werk niet belemmert, in het bijzonder met betrekking tot onderzoek, bronbescherming en het recht van het publiek om geïnformeerd te worden”.
Maar, argumenteert de EFJ, “de formulering ‘legitiem gebruik’ voor journalisten is te tweeslachtig en zou leiden tot zelfcensuur, aangezien de verantwoordelijkheid om te bewijzen dat de ontsluiting van ‘bedrijfsgeheimen’ legitiem is, rust bij journalisten en media-organisaties”.
EFJ-voorzitter Blicher Bjerregård verwelkomt een aantal recente aanpassingen aan de ontwerp-richtlijn, “maar de uitzonderingen voor journalisten en klokkenluiders zijn niet absoluut. De huidige tekst is niet evenwichtig, aangezien hij commerciële boven publieke belangen plaatst.”
“Gelet op recente financiële schandalen zoals LuxLeaks, en schandalen rond voedselzekerheid, is het ondenkbaar dat beleidsmakers een wet steunen die grote bedrijven rechtmatig toelaat hun eigen belangen te beschermen boven die van het publiek.”
De EFJ vraagt concreet om de definitie van bedrijfsgeheim in te perken, en de vage omschrijving ‘legitiem gebruik’ in het publieke belang te schrappen, om de absolute bescherming van journalisten de verzekeren.
Zonder toestemming
Voorbeelden van bedrijfsgeheimen zijn productieprocessen, recepten, informatie over leveranciers en klanten, enzovoort. “De wetgeving binnen sommige EU-lidstaten geeft geen wettelijke definitie van een bedrijfsgeheim”, klinkt het op de website van de Europese Commissie, die in november 2013 op de proppen kwam met een eerste ontwerptekst voor de richtlijn. “Dit voorstel harmoniseeert de definitie van bedrijfsgeheimen, in lijn met bestaande internationaal bindende normen.”
Dit voorstel harmoniseeert de definitie van bedrijfsgeheimen.
De Commissie stelde dat de richtlijn geen impact zou hebben op de vrijheid van meningsuiting en het recht op informatie. “Journalisten zullen net als vandaag vrij blijven om nieuws te onderzoeken en publiceren over de praktijken van bedrijven en hun business affairs. De richtlijn gaat enkel over onwettig gedrag door iemand die zonder toestemming en met illegitieme middelen informatie verkrijgt en onthult die een commerciële waarde heeft die bedrijven als confidentieel beschouwen om een competitief voordeel te behouden tegenover concurrenten.”
Een half jaar later, in mei 2014, bereikte ook de Europese Raad een akkoord over de krijtlijnen van een toekomstig wettelijk kader rond bedrijfsgeheimen. Nu ligt de bal dus in het kamp van het Europees parlement.
De rechter als hoofdredacteur
Op 11 mei 2015 organiseerde het TAXE-comité van het Europees parlement –dat werd opgericht naar aanleiding van de LuxLeaks-onthullingen– een hoorzitting met journalisten van het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ). De Franse ICIJ-journalist Edward Perrin wees toen op de risico’s van de nieuwe EU-richtlijn rond bedrijfsgeheimen. Perrin weet waarover hij het heeft. De journalist wordt immers door de Luxemburgse justitie vervolgd voor medeplichtigheid aan documentendiefstal.
Op 4 juni lanceerde Perrin –samen met prominente Franse collega’s en met klokkenluiders Antoine Deltour (LuxLeaks) en Hervé Falciani (HSBC)– een online petitie onder de veelzeggende titel: "Het is niet aan bedrijven om te beslissen wat gepubliceerd wordt! Stop de richtlijn bedrijfsgeheimen nu!”
Op amper een week tijd werd de petitie meer dan 200.000 keer ondertekend.
Eender welk bedrijf zal arbitrair kunnen beslissen of informatie met economische waarde gepubliceerd mag worden.
“Eender welk bedrijf zal arbitrair kunnen beslissen of informatie met economische waarde gepubliceerd mag worden”, klinkt het in de petitietekst. “Met deze wetgeving zal een rechter, door een bedrijf onder de arm genomen, de hoofdredacteur worden van onze landen, en beslissen waarover het waard is om te berichten. Onder het voorwendsel van de bescherming van economische belangen van bedrijven, wordt een regelrechte legitimering van ondoorzichtigheid georganiseerd.”
Perrin & co. waarschuwen ervoor dat de richtlijn kan leiden tot financiële boetes voor journalisten –tot miljoenen euro’s– en zelfs tot gevangenisstraffen.
De regel, niet de uitzondering
Naar aanleiding van de nakende stemming over de draftrichtlijn-bedrijfsgeheimen riep het Duitse Europarlementslid Fabio De Masi (Die Linke / Noordse Groen-Linkse Alliantie), lid van het TAXE-comité, al zijn collega’s uit het halfrond op om het standpunt van klokkenluider Antoine Deltour in overweging te nemen.
“Ons recht om informatie te onthullen die in het publieke belang is, zou de regel moeten zijn en niet de uitzondering”, had Deltour aan het TAXE-comité geschreven. “We staan nu al onder sterke juridische en prejuridische druk. Welke waarborg ook wordt ingebouwd, de EU-bescherming van bedrijfsgeheimen zal gebruikt worden door grote belangen om het democratische debat nog verder te verzwakken.”
"Geen ideale timing"
Alain Lamassoure, Frans Europarlementslid (Europese Volkspartij) en voorzitter van het TAXE-comité: “Ik vind dat het niet ideaal is om op hetzelfde moment met zowel het thema van de strijd tegen agressieve belastingplanning – gekoppeld aan het opstellen van een bescherming voor klokkenluiders – bezig te zijn als met bedrijfsgeheimen. Het zou beter zijn geweest om eerst met het eerste bezig te zijn vooraleer over te gaan naar het tweede, aangezien bedrijfsgeheimen gaan over industriële spionage –iets waartegen moet worden opgetreden zoals de klokkenluiders zelf hebben gezegd toen ze verschenen voor het TAXE-comité.”
© 2015 - MO* - Kristof Clerix