In Vlaanderen worden jaarlijks 34 miljoen kranten gedrukt, nooit verkocht en weggegooid. Idem voor magazines: de stapel onverkochte Dag Allemaals blijkt bijna vijftien kilometer hoog en van P-Magazine wordt elke week de halve oplage weggegooid. Apache.be ging samen met Charlie op zoek naar de verklaring voor de gigantische verspilling in dit digitale tijdperk. Subsidieert de overheid de papieren afvalberg? 

Misschien pluk jij ook wel eens een krant of een tijdschrift uit de rekken in de krantenwinkel of de supermarkt. De Morgen, Het Laatste Nieuws, Humo, Flair, Story, Feeling, … alle covers schreeuwen om je aandacht: koop mij!

Dat lukt echter lang niet altijd. Diep verborgen in de data van het CIM (Centrum voor Informatie over de Media) schuilt een waarheid waar mediabedrijven liever niet over praten: de papieren afvalberg aan tijdschriften en kranten die nooit worden verkocht en ongeopend richting afvalbedrijf gaan, is gigantisch.

Een stapel story's zo hoog als de Mount Everest

De CIM-cijfers leren dat van de bijna 225.000 kranten die dagelijks in krantenwinkels, benzinestations en supermarkten te koop worden aangeboden bijna de helft (48,9 procent) nooit wordt verkocht. Dag in dag uit, met uitzondering van de zondagen, worden bijgevolg 110.000 kranten ongeopend weggegooid. Leg je die op elkaar, dan levert dat elke dag een 550 meter hoge krantenstapel op die afgevoerd wordt richting afvalbedrijf. Op jaarbasis gaat het om meer dan 34 miljoen kranten die compleet nutteloos worden gedrukt.

DE MASSALE VERSPILLING VAN KRANTEN EN MAGAZINES Infografiek: BIrd’s Eye Design

Het voorbije jaar, zo leren de cijfers van het CIM, werden er dagelijks gemiddeld 37.679 exemplaren van Het Laatste Nieuws weggegooid. Daarna volgt Het Nieuwsblad (22.276 exemplaren). Voor kranten die veel minder lezers hebben, zoals De Morgen en De Tijd, ligt het aantal weggegooide exemplaren lager – respectievelijk 10.133 en 6.545 per dag. Daar tegenover staat de harde realiteit dat er van beide titels meer exemplaren worden weggegooid dan dat er via krantenwinkels, benzinestations en supermarkten worden verkocht.

DE MASSALE VERSPILLING VAN KRANTEN EN MAGAZINES Infografiek: BIrd’s Eye Design

Omdat er veel meer tijdschriften zijn dan krantentitels is de totaalsom van weggooide week- en maandbladen veel moeilijker te maken, maar het probleem is vergelijkbaar. Van Dag Allemaal bijvoorbeeld worden er elke week 54.648 exemplaren onverrichter zake weggegooid. Leg je die een jaar lang op elkaar, dan krijg je een toren van 14,7 kilometer hoog. Ook voor andere tijdschriften levert die oefening indrukwekkende papieren afvaltorens op: Humo 6,5 km, Knack 2,8 km, Story 8,8 km, Flair 7 km, Libelle 10,1 km, Teve-Blad 10,3 km, P-Magazine 6,3 km, Feeling 1,6 km, Vitaya 1,6 km.

Overdaad schaadt

De vraag is: waarom is er zoveel overdruk? In de eerste plaats omdat het vanaf een bepaalde oplage niet veel duurder is om 5.000 exemplaren extra te drukken. Het lijkt dan ook beter om een beetje marge te nemen dan minder te verkopen omwille van een te klein aanbod. Alleen blijkt “een beetje marge” in de praktijk soms snel een derde tot zelfs de helft van de totale oplage.

“De meeste uitgevers kiezen voor overdruk om een betere positie te bekomen op het winkelpunt”, verklaart Koen Debuck, commercieel directeur bij Uitgeverij Cascade de keuze voor de ruime overdruk. “Grote stapels vallen meer op en dat maakt de adverteerders blij. Of ze weten dat een groot deel van die stapels in de vuilbak belandt? Dat weet ik niet.”

Zelf gelooft Debuck niet meer in deze verspillende manier van uitgeven. “Ik denk dat we minder papierverslindende alternatieven zoals winkelabonnementen en online presales verder moeten ontwikkelen. Minder push, meer pull. Ook het vakmanschap van de winkelier kan zorgen voor betere inschattingen en dus minder onverkochte exemplaren in het schap.”

Opsturen en terugsturen

In Vlaanderen voorziet distributeur AMP vandaag zo’n 3.000 verdeelpunten van kranten en tijdschriften. Het aantal onverkochte kranten per krantenwinkel ligt relatief laag, maar het grote aantal verkoopspunten zorgt voor een hallucinante totaalsom. “Het aantal retours is beperkt”, vertelt Renaat die in Antwerpen een krantenwinkel uitbaat. “De leveranciers gaan na hoeveel gemiddeld wordt afgenomen en die aantallen worden geleverd.”

Het blijkt voor een winkel niet altijd gemakkelijk om het aanbod aan te passen. “Soms wordt het aanbod bepaald door de uitgeverij en krijgen we magazines binnen die we eigenlijk niet willen”, zegt Ivy, medewerkster bij de International Magazine Store (IMS). “Eens je één exemplaar verkocht hebt, kan je niet meer zeggen dat je het niet meer geleverd wilt krijgen in de toekomst. Je hangt er voor een aantal nummers aan vast. Zij blijven het opsturen. Wij blijven het terugsturen.”

Het quasi monopolie van distributeur AMP en de sterke positie van de uitgevers maakt dat krantenwinkels het al langer niet onder de markt hebben. De voorbije jaren zagen heel veel winkels zich genoodzaakt de deuren te sluiten. Voor wie wel open blijft zijn kranten vaak een nicheproduct geworden. “Omdat er meer met abonnementen wordt gewerkt, is krantenverkoop voor ons niet meer zo interessant”, zegt Renaat.

De CIM cijfers geven de krantenboer gelijk. De voorbije zeven jaar halveerde de losse krantenverkoop in Vlaanderen: in 2007 werden dagelijks nog 451.474 kranten “los” verkocht. Vorig jaar waren dat er nog 224.878. In de plaats kwamen abonnementen die vaak aandumpingprijzen worden aangeboden, inclusief cadeaus zoals tablets, vliegtuigreizen en fietsen.

De switch die echter nauwelijks of niet gemaakt wordt, is de switch van papier naar digitaal. Vooral populaire kranten en tijdschriften zoals Het Laatste Nieuws en Dag Allemaal die de hofleveranciers zijn voor de gigantische papieren afvalberg, verkopen geen of nauwelijks digitale abonnementen. Nochtans ligt net daar het antwoord op de nodeloze papierverspilling: er is geen overdruk nodig. Geen sprake meer van 110.000 kranten en tienduizenden tijdschriften die elke dag ongeopend naar papierverwerkende bedrijven worden afgevoerd.

Van ongelezen krant tot gerecycleerd papier

Een van die papierverwerkende bedrijven is Stora Enso in Gent. Het hoofd van de klantendienst, Dirk Foncke, laat ons zien hoe dagelijks duizenden ton kranten en magazines verwerkt worden. “We collecteren papier uit heel West-Europa. In totaal verwerken we 700.000 ton papier per jaar. Daar maken we 550.000 ton gerecycleerd papier van, integraal bestemd voor kranten en magazines: 400.000 ton voor kranten en 150.000 voor magazines. De overige 150.000 ton is afval. Dat gaat verloren in het proces.”

DE MASSALE VERSPILLING VAN KRANTEN EN MAGAZINES Foto © Sophie Lodewijks

Het gerecycleerde papier krijgt een duurzaam keurmerk, het zogenaamde FSC-label. Maar om dat label te kunnen krijgen, mag maximaal 15 % van de gebruikte grondstof “onverkocht of ongebruikt papier” zijn. Die voorwaarde werd in het leven geroepen, net om recyclage van gebruikt papier aan te moedigen en papierverspilling, onder andere in de vorm van overdruk van kranten en tijdschriften tegen te gaan.

“We wilden iets doen aan de verspilling, zoals de te grote oplages,” zegt Bart Holvoet, directeur van FSC België. “Er wordt nog altijd belachelijk veel papier gebruikt, zeker in België. We zijn wereldwijd de tweede grootste consument van papier.”

Overheid subsidieert de afvalberg

De ecologische impact van die papierverspilling is gigantisch, maar het hele verhaal is er niet mee verteld. Magazines en kranten worden immers ook bedrukt. Zo zit alleen al op de 7.505 ton aan nooit geopende kranten voor ongeveer 157 ton inkt. Dat is om en bij de 150.000 liter.

En last but not least is er nog het vervoer. Dagelijks worden kranten en weekbladen naar 3.000 verkooppunten, verspreid over heel Vlaanderen gebracht. Elke dag, zo bevestigt directeur operaties en organisatie bij AMP, Rolf Vermeulen, leggen 250 vrachtwagens samen 25.000 kilometers af om zowat 200 ton aan kranten en magazines op hun bestemming te krijgen. Dat is goed voor een dagelijkse uitstoot van – zeer voorzichtig geschat – 25 ton CO2. Op jaarbasis is er ongeveer 900 hectare bos nodig om die uitstoot uit de lucht te halen. Ter vergelijking: het Zoniënwoud is 4.421 hectare groot.

Natuurlijk heeft ook digitaal nieuws een ecologische kost. Servers moeten draaien en applicaties moeten worden gebouwd. De voetafdruk van een byte is moeilijk becijferbaar, maar een zaak staat als een paal boven water: er wordt niet, dag in dag uit, een gigantische papierberg gecreëerd vol kranten en tijdschriften die nooit door iemand werden gelezen.

Voor digitale initiatieven daarentegen is geen structurele steun of verminderd distributietarief. En in plaats van 0% moeten zij wel 21% btwaanrekenen. De overheid verkiest een beleid dat vasthoudt aan een gedateerd en uitgesproken milieu-onvriendelijk verleden, in plaats van te kiezen voor echte verandering. Het gevolg van die conservatieve beleidskeuzes is dat nieuwe initiatieven in de kiem worden gesmoord en de ‘mediamarkt’ volledig dicht geplamuurd blijft. Grote mediabedrijven zijn er prima in geslaagd om met gericht lobbywerk hun subsidies veilig te stellen. De bijhorende torenhoge afvalberg moeten we voor lief nemen.

Voor dit artikel bundelden de redacties van Apache.be en Charlie de krachten. Werkten mee: Sophie Lodewijks, Jozefien Daelemans, Elisabeth Vroonen, Jan Walraven en Tom Cochez