Tientallen invasieve plant- en diersoorten bedreigen de biodiversiteit van België. Exoten zoals de Aziatische tijgermug dreigen zich te nestelen in ons land. “Eens een exoot gevestigd is, is hij hier meestal om te blijven”, aldus bioloog Dirk Draulans. Valt de komst van invasieve soorten ook te voorkomen?

Een deel van de invasieve soorten komt via handel, kweek en import ons land binnen. De grote boosdoeners zijn echter de soorten die hier via onopzettelijke introductie terechtkomen. Soorten zoals de Aziatische tijgermug, de buxusmot en andere parasieten worden gevonden tussen geïmporteerde gewassen, in tuincentra, en zelfs in lege autobanden uit Azië. “De globalisering is een ramp voor de biodiversiteit”, zegt bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans. “Overal ter wereld ziet men dezelfde fauna. En eens een exoot gevestigd is, is hij hier meestal om te blijven.”

“Onopzettelijke introductie valt heel moeilijk te controleren”, zegt Bram D’hondt van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) van de Vlaamse Overheid. “Het is quasi onmogelijk om elk gewas met besmetting af te schaffen.”

Exoten vinden nog een achterpoort. Door de opwarming van ons klimaat breiden veel soorten hun habitat uit tot in onze natuurgebieden. “Ons stedelijk milieu is de afgelopen jaren zo hard veranderd dat veel exoten zich hier thuis voelen”, aldus D’hondt. “Het gaat dan bijvoorbeeld over fauna en flora uit grindrivieren en lavavelden, die wij van nature niet kennen.”

Witte lijst

Het Vlaams Gewest implementeert momenteel een witte lijst voor een dertig à veertigtal zoogdieren en ongeveer driehonderd reptielen. Dat wil zeggen dat alleen die soorten goedgekeurd worden voor handel, import en kweek. “Biologen zijn ervan overtuigd dat zo’n positieve lijst veel krachtiger is dan een negatieve. Er is de wens om dit ook door te voeren voor vogels en amfibieën, maar voor tuinplanten is dit zo goed als onmogelijk. Er zijn veel te veel tuinplanten in de siertuinen en groensector”, zegt D’hondt.

Soorten zoals de Aziatische tijgermug worden gevonden tussen geïmporteerde gewassen, in tuincentra, en zelfs in lege autobanden uit Azië

Een exoot zoals de Aziatische tijgermug stopt natuurlijk niet bij geografische landgrenzen. Het spreekt voor zich dat de problematiek een internationale aanpak vergt. De meeste wetgevende initiatieven over invasieve exoten worden doorgevoerd op Europees niveau, zodat ze meteen in alle lidstaten van kracht worden.

“Dat is ook niet meer dan logisch”, zegt D’hondt. “In de jaren 90 tot 2010 botsten lidstaten op die landgrenzen. Waarom zouden wij in België actie ondernemen als de exoten in Nederland bijvoorbeeld vrij spel krijgen?”

Ondertussen is er voor soorten zoals de Amerikaanse stierkikker, muskusratten, beverratten en wasberen nauwe samenwerking met onze noorderburen. In samenwerking met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit organiseerde INBO in 2022 de International Conference on Aquatic Invasive Species (ICAIS).

Europese parasieten

De invasie gebeurt natuurlijk ook in omgekeerde richting, in andere werelddelen spreekt men van ‘Europese parasieten’. Onze mussen zijn daar een voorbeeld van”, zegt bioloog Dirk Draulans. “Je hebt plaatselijk echt dramatische situaties. Het is ellendig als je het op vlak van biodiversiteit bekijkt, maar uiteindelijk is het wel een logisch gevolg van de globalisering.”

Vlinderstruiken en halsbandparkieten

“Het is altijd de vraag hoe zwaar de negatieve impact weegt, er zijn namelijk ook neutrale exoten”, zegt Dirk Draulans. Van de halsbandparkiet dacht men lange tijd dat die ten koste ging van onze inheemse boomklever. Ten onrechte, weten we intussen.

Volgens Bram D’hondt INBO zijn er ook goede exoten: soorten die op zo’n manier functioneren dat wij er later de vruchten van plukken. Een voorbeeld daarvan zijn vlinderstruiken, die niet alleen voor een kleurrijk landschap zorgen, maar ook nog eens een nectarbron zijn voor veel bedreigde insecten. Ook onze gewassen die als exoot beschouwd kunnen worden, zoals rode bonen, zoete aardappel en quinoa, verlenen ons zo’n ‘ecosysteemdiensten’.

Moeten we ons ecosysteem zoals we dat nu kennen, met alle gevestigde exoten, dan als het ‘nieuwe normaal’ beschouwen? Dat is een filosofische vraag waar we niet meer omheen kunnen. “We weten dat het onhaalbaar is om nog terug te keren voor sommige soorten”, zegt D’hondt.

“We weten dat het onhaalbaar is om nog terug te keren voor sommige soorten” – Bram D’hondt (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek)

Buxusmot

Een uitzondering is het verhaal van de buxusmot. Na de verspreiding van deze parasiet kwam er een grote campagne om buxussen te vervangen door natuurlijke hagen. Biologen hebben lang gedacht dat deze ingreep tevergeefs was, en dat de mot zou overschakelen naar andere struiken zoals de liguster. Dat was niet het geval. Sterker nog, meeuwen en kauwen kregen de smaak van de buxusmot te pakken.

Zo zijn er in de bestrijding van invasieve exoten ook wel zeldzame succesverhalen, maar vaak is een ingreep verloren moeite. Natuurbeheerders probeerden in ons land de oncontroleerbaar groeiende populatie Canadaganzen in toom te houden door ze te vangen en vervolgens te euthanaseren. Ondertussen is men al afgestapt van het idee van uitroeiing, en is een Vlaams natuurgebied zonder Canadaganzen ondenkbaar geworden.

In Nederland zijn ze al wat verder met die acceptatie. Professoren zoals Liesbeth Bakker en Barbara Gravendeel spreken van Novel Ecosystems: het idee dat ook de gevestigde invasieve soorten deel uitmaken van ons ‘nieuw ecosysteem’. “We moeten een balans zoeken en de veerkracht van ons ecosysteem verhogen”, zegt D’hondt. ‘”Inheemse soorten moeten de concurrentie met hun uitheemse tegenhangers aankunnen, maar uiteindelijk moeten ze ook naast elkaar kunnen bestaan.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Knack op 06/08/2023.

vorige volgende