Jongeren vinden online steeds meer de weg naar sportweddenschappen en dat is geen goed nieuws, want ook de gokproblematiek neemt bij die groep elk jaar toe. Experts hameren op een strengere regelgeving, maar stuiten daarbij telkens op een kapitaalkrachtige goklobby, en een politiek die wel wil, maar vooralsnog geen eensgezindheid vindt. “Als jongeren nu niet gewaarschuwd worden, dan krijgt onze toekomstige generatie en de maatschappij het zwaar te verduren”, klinkt het bij Wim die zelf jarenlang gokverslaafd was.
Een paar voetbalwedstrijden uitkiezen, een winnaar per duel aanduiden, daar een geldbedrag op inzetten, en hopen dat het wat oplevert. Zo zag de eerste aanraking met gokken eruit voor de 23-jarige Jimmy uit Vlaams-Brabant, “Het krassen van een kraslot buiten beschouwing gehouden, want dat ervaar ik niet als gokken”, voegt hij eraan toe. “Ik was net negentien jaar geworden toen een van mijn vrienden voorstelde om voor een paar euro een weddenschap op een voetbalwedstrijd te plaatsen. Wedden op sport zei me tot dan toe eigenlijk weinig, hoewel ik nochtans een sportliefhebber ben en er eerder al studiegenoten over hoorde spreken. Uit nieuwsgierigheid ging ik in op het voorstel van mijn kameraad om voor wat kleingeld een gokje te wagen, gewoon om eens te ervaren wat zo’n weddenschap eigenlijk inhield.”
“We zetten elk vijf euro in, zodat we in totaal voor tien euro konden spelen. De eventuele winst zouden we achteraf delen. Zoals dat altijd gaat, heb je de eerste keer beginnersgeluk. We wonnen de weddenschap en splitten de winst. Dat was zo’n twaalf euro per persoon, maar dat vond ik toen makkelijk verdiend en mooi meegenomen. Het begin van meer, zo zou blijken. We speelden eerst nog even samen verder, nadien ieder voor eigen rekening. Na een tijdje is die vriend ermee gestopt, omdat hij meer verloor dan won. Ik ben blijven verder spelen, omdat ik ervan overtuigd was dat het mij wel zou lukken om mooie bedragen te winnen.”
“Ik wed nu nog steeds op sportwedstrijden en andere evenementen, maar ben wel van het idee afgestapt dat ik er rijk mee ga worden. Er zijn ook periodes dat ik niet gok als ik het te druk heb met andere zaken, maar de momenten dat ik speel ga ik er wel in op. De spanning en de kick trekken me aan. Gokverslaafd zou ik mezelf niet noemen, omdat het mijn gedrag nauwelijks beïnvloedt, maar ik erken wel dat het meer is dan gewoon gokken voor het plezier. Behalve mijn oudere broer, weet niemand anders er iets van af”, aldus de Brabander.
Jimmy is met zijn verhaal geen alleenstaand geval. Jongeren en minderjarigen gokken steeds vaker, waarbij vooral online wedden op sportwedstrijden een populaire vorm is. Voor een deel van hen primeert de amusementswaarde, maar voor een ander, steeds groter wordend deel is gokken een serieuzer gegeven en loert net zoals bij Jimmy een toekomstig gokprobleem of verslaving om de hoek.
Sportweddenschappen zijn hot
De cijfers van de afgelopen jaren bij jongeren liegen er niet om. Uit de VAD-leerlingenbevraging van het schooljaar 2017-2018 blijkt dat zo’n 21% van de leerlingen tussen de veertien en achttien jaar al eens gokt voor echt geld. Ruim 10% van de twaalf- tot achttienjarige leerlingen uit het secundair onderwijs geeft aan ooit wel eens een sportweddenschap afgesloten te hebben. Dat is een groeiend cijfer, want in het schooljaar 2013-2014 was dat nog een kleine 7%.
Belgisch CLapp-Onderzoek (Children’s Ludoliteracy Acknowledgment & ParentalProficiency) uit 2017 haalt aan dat zelfs kinderen van tien tot twaalf jaar al veelvuldig in aanraking komen met offline (52%) en online gokken (3%).
“Als we kijken naar de volwassen Belgen ouder dan 18 jaar, dan kampt zo’n 2% van hen momenteel met een gokstoornis”, vertelt gokverslavingsdeskundige Ronny Willemen van CGG zorGGroepZin, die spreekt van een mogelijke onderschatting. “In werkelijkheid zullen de cijfers nog hoger liggen, omdat bij velen de problematiek niet geweten is. Wij zien met andere woorden slechts een topje van de ijsberg. Bovendien zoeken jongeren met een gokprobleem vaak pas op latere leeftijd hulp.”
Een gokverslaving wordt ook wel een onzichtbare verslaving genoemd, omdat bijvoorbeeld bij alcohol of tabak het middelengebruik en de gedragskenmerken duidelijker zichtbaar zijn. “Niemand wist dat ik met gokken bezig was in ernstige proporties”, vertelt de 27-jarige Kasper uit Antwerpen die sinds de zomer van 2020 gokvrij is. “Ik heb er uit schaamte nooit met iemand over durven praten en heb mijn gokprobleem altijd verzwegen, zelfs voor mijn toenmalige vriendin. Op een gegeven moment is ze het toch te weten gekomen, tijdens een gesprek over onze financiële situatie. Ze was in shock. We wilden het probleem eerst zelf aanpakken, maar dat lukte natuurlijk niet. Onze relatie ging erop achteruit, omdat haar vertrouwen in mij was afgenomen nadat ik zolang over mijn gokprobleem had gezwegen en gelogen. Ik ben professionele hulp gaan zoeken, maar dat kon onze relatie niet meer redden”, aldus Kasper.
Jong geleerd is oud gedaan, dat geldt ook voor gokken
Een gokverslaafde weet als geen ander hoe hij zijn probleem verborgen kan houden en daar spelen ook het internet en alle online wedmogelijkheden een grote rol in. België is door zijn vroege regulering van het online wedlandschap in 2011 een van de koplopers in Europa wat betreft online gokken. “De toegankelijkheid en de anonimiteit zijn in mijn ogen de twee grootste problemen”, vertelt Kasper. Iets wat experts en deskundigen bevestigen. “We moeten de drempel trachten te verhogen, door onder meer de startleeftijd op te trekken. Momenteel is die voor sportweddenschappen 18 jaar, maar jongeren zijn op die leeftijd nog kwetsbaar om een verslaving te ontwikkelen, omdat hun hersenen nog niet volgroeid zijn. Een startleeftijd van 21 jaar voor alle kansspelen en gokactiviteiten is veel beter”, klinkt het bij Willemen.
Wedoperatoren zien die maatregel minder graag in voege treden en wijzen op een ander gevaar dat het optrekken van de leeftijdgrens met zich kan meebrengen. “We zitten met een illegale gokmarkt die het niet zo nauw neemt met regels rond leeftijdslimieten. De kans is dus reëel dat jongeren daar naartoe trekken”, klinkt het bij Dieter Vanlerberghe, manager van de Belgische legale wedoperator Bingoal . “Wij vinden dat een speler nog altijd zijn eigen keuzes moet maken, ook wat betreft het invoeren van vaste stortingslimieten. Om hen daarin bewuste keuzes te laken maken, moet er ingezet worden op verantwoord informeren.”
Opvallend is dat wedoperatoren in omgekeerde zin wel limieten opleggen, iets waar sommige gokkers zich aan storen. “Mensen die op regelmatige basis veel winst maken, worden door het merendeel van de legale goksites gelimiteerd. Je kan nog maar met een beperkt bedrag inzetten. Dat vind ik een beetje hypocriet. Ook ik heb dat al meegemaakt”, vertelt Jimmy .
Money time
Hoe hoger de bedragen die worden ingezet, hoe meer spanning een weddenschap met zich meebrengt. Ook Willemen is voorstander van zo’n limiet en haalt aan dat mensen niet altijd in staat zijn om zelf een grens te bepalen. In sommige gevallen leidt dat zelfs tot een schuldenberg. “Als mensen 42% of meer van hun maandinkomen inzetten of lenen, kunnen we spreken van een gokprobleem of verslaving.”
Wim, een dertiger uit Limburg die sinds augustus 2020 gokvrij is, kan erover meespreken. “Mijn moeder had en heeft nog altijd een zware gokverslaving. Ze stal vroeger zelfs mijn geld, waardoor ik zo goed als blut was. Zelf begon ik rond mijn 20 jaar op slotmachines en later op sportwedstrijden te gokken. Ik dacht dat het de enige legale manier was om snel aan veel geld te raken. Ik heb jarenlang 70% van mijn inkomen gebruikt om te gokken. Ik heb nooit geld gestolen of moeten lenen, maar financieel was dat een erg moeilijke periode. Ik had duizenden euro’s schulden. Toen ik in therapie ging liet ik me financieel in bescherming nemen. Ik heb sindsdien geen schulden meer gehad en loop met bijna geen geld meer op zak. Hoe minder geld er ter beschikking is, hoe minder je kan uitgeven. Ik ben niet fier op mijn situatie, maar ik ken mensen bij wie het nog veel erger is. Er zijn er zelfs die hun huis of auto moesten verkopen.”
“Wij als gewone burgers en politici zien de financiële en menselijke problemen van anderen niet, maar waar ze die wel zien is bij het OCMW”, vertelt Vlaams Parlementslid Stefaan Van Hecke (Groen). “Mensen komen er aankloppen omdat ze geen geld meer hebben, of omdat ze de spaarboekjes van hun kinderen hebben geplunderd. Dat zijn persoonlijke drama’s die absoluut vermeden moeten worden.”
En of er met veel geld wordt gespeeld. De totale Gross Gaming Revenu (GGR) is het verschil tussen de totale inzetten en de totale uitbetaalde winsten aan de spelers. Het is met andere woorden alles wat de gokbedrijven overhouden aan de inzetten van spelers op online en offline sportweddenschappen. Die GGR was in 2018 ruim 327 miljoen euro, een stijging van bijna 60% op drie jaar tijd. Vooral de omzet van online sportweddenschappen nam erg toe.
Gok met mate, maar niet met maten
Een van de uitlokkende factoren om met hoge bedragen te spelen, zijn de (welkomst)bonussen, zij het dat wedoperatoren in België die sinds maart 2020 niet meer mogen uitspelen om mensen te lokken naar hun site. “Toen ik nog gokte, waren het de bonussen en gratis bedragen die mij verleidden om naar een goksite te gaan. Dat is iets wat ik bij veel lotgenoten hoor terugkomen. Het is goed dat die lokmiddelen inmiddels afgeschaft zijn, maar er zitten nog gaten en omwegen in het systeem”, haalt Arne Nilis aan die sedert 7 februari 2016 gokvrij is.
De verleidelijke reclamespots voor sportweddenschappen zijn wel nog toegestaan, zij het sinds de wijziging van de Kansspelwet in 2019 onder strengere voorwaarden. Zo moeten ze onder meer een leeftijdsindicatie en de verantwoorde boodschap ‘Gok met mate!’ bevatten. “Die slogans zijn zo dubbelzinnig. Bovendien weten mensen totaal niet wat verantwoord gokken is”, hekelt Nilis.
Willemen wil het graag nog drastischer, en is voorstander van een algemeen reclameverbod. “Als je buitenkomt zie je op elke hoek van de straat gokreclame en ook op televisie en internet is het alom aanwezig. Het feit dat je favoriete voetbalclub of speler ook nog eens rondloopt met het logo van een gokkantoor op het shirt, maakt het gekke plaatje compleet. Gokken wordt op die manier genormaliseerd en dat kan niet de bedoeling zijn. We moeten die reclame durven te verbieden.”
Gokbedrijven en sportwereld gaan hand in hand
Het merendeel van de Belgische profvoetbalclubs wordt gesponsord door een gokkantoor en ook de Pro League zelf, het orgaan dat in staat voor de organisatie van het Belgische profvoetbal, werkt samen met twee wedpartners. “Dat is zorgwekkend”, klinkt het bij Nilis die zich destijds ook verzette tegen de monsterdeal tussen Club Brugge en Unibet in 2019. “Dat is een verkeerd en tegenstrijdig signaal geven. Veel clubs werken namelijk ook samen met VZW’s of hebben maatschappelijke doelen voor ogen. Jonge spelers die opkijken naar hun sportidolen zullen altijd geconfronteerd worden met de reclame en sponsoring van gokbedrijven op de shirts. We weten allemaal hoe reclame onbewust zijn werk doet.”
Ook in andere sporten worden ploegen gesponsord door gokoperatoren, denk maar aan de Formule 1 en het wielrennen. Bij Bingoal, actief in het voetbal en het wielrennen, snappen ze dat niet iedereen tevreden is met de sponsoring van wedoperatoren in de sportwereld, maar zij zien dat eerder als een positieve boodschap. “Door de sponsoring en investeringen van ons bedrijf, steunen we de sport en brengen we het legale aanbod in de kijker”, klinkt het bij Vanlerberghe (Bingoal).
Dat het financiële aspect een grote rol speelt, beseft ook de politiek maar al te goed. Van Hecke (Groen) hamert al lange tijd op een totaalverbod op gokpubliciteit en sponsoring in België en geeft toe dat zo’n algemeen verbod een van de moeilijkste wetsvoorstellen is om erdoor te krijgen “maar ook het belangrijkste”, benadrukt hij. “De Formule 1 werd vroeger gesponsord door allerlei tabaksmerken. Toen daar een verbod op kwam, werd er ook moord en brand geschreeuwd. De Formule 1-sport zou kapot gaan, maar kijk: het verbod kwam er en de sector heeft het toch overleefd.”
Het Vlaams Parlementslid van Groen acht een invoering van zo’n totaalverbod op lange termijn realistisch. “We zitten anno 2020 - 2021 ook nog met een coronacrisis, een financiële opdoffer voor heel wat sport- en voetbalclubs. Een overgangsperiode van drie jaar lijkt me haalbaar.”
Ondertussen woedt in steeds meer landen en voetbalcompetities het debat om te streven naar een algemeen gokreclame- en goksponsorverbod. Italië was in 2019 het eerste Europese land dat een totaalverbod invoerde, met uitzondering van de Nationale Loterij. Ook in Spanje en Engeland voeren ze hierover een debat. “Idealiter zou hier op Europees niveau een regeling moeten komen, zodat er geen ongelijken zijn in dit verhaal. Maar als we daarop moeten wachten, kan het nog lang duren. Zelf het initiatief nemen naar het voorbeeld van Italië moet het doel zijn. Hoe meer landen het verbieden of bespreekbaar maken, hoe lager de drempel zal worden voor andere landen om te volgen.”
CD&V-kamerlid Els Van Hoof sluit zich aan bij de mening van haar collega-politicus. “Waarom zou België niet een van die landen kunnen zijn die een voortrekkersrol neemt?”
Gamen is het nieuwe gokken
Gedragstherapeut en oprichter van het platform Verstandig Gamen Simon De Winter waarschuwt voor nog een ander gevaar dat ook in België de kop opsteekt: gamen. De stap tussen gamen en gokken wordt steeds kleiner, omdat gameontwikkelaars gokelementen in hun videospellen verwerken. “Het feit dat jongeren echt geld spenderen om items in games te kopen en de gamesector gokelementen in spelletjes verwerkt om nieuwigheden te winnen, is verontrustend. Er zijn zelfs minigames in spelletjes die erger zijn dan sommige casinospelen, omdat het winpercentage door de makers achter de game afgestemd is op je profiel”, aldus De Winter.
Een van de grootste boosdoeners in games zijn de loot boxes of schatkisten. Zo’n loot box is een pakket dat spelitems bevat. Spelers weten op voorhand niet wat er in zo’n loot box zit. De factoren toeval en geluk primeren. Recente studies tonen aan dat zo’n 17,5% van alle Belgische jongvolwassenen ooit al met echt geld betaalde voor een loot box, 75% van de gamers ervaart het zelf als gokken. Loot boxes zijn bijna overal ter wereld te kopen met echt geld. België nam in 2019 als eerste Europese land het besluit om die mogelijkheid te verbieden, omdat het principe indruist tegen de Belgische kansspelwetgeving.
Volgens De Winter is de beste oplossing om loot boxes en andere gokelementen volledig te schrappen uit games. “Jongeren gaan daardoor niet opeens minder gamen, er zal wel minder aan verdiend worden. Hetgeen nu in de goksector gaande is, moet ook in de gamesector gebeuren. Zowel in België als op Europees vlak weet de politiek niet goed hoe dat in de gamewereld in elkaar zit.”
Illegale markt doorn in het oog
De illegale gokmarkt is voor veel legale wedoperatoren een van de grootste boosdoeners in dit verhaal, en het probleem groeit nog. “Alle legale operatoren moeten zich aan de regels van leeftijdgrenzen, speellimieten en bonussen houden, dat in tegenstelling tot de illegale gokindustrie die dat totaal niet doet. Dat is een strijd met ongelijke wapens. De strenge regels die er momenteel zijn, schieten hun doel voorbij als die illegale markt niet consequent wordt aangepakt”, klinkt het bij Bingoal-manager Vanlerberghe.
Gokverslavingsexpert Willemen nuanceert. “In mijn ogen is die illegale markt niet het grootste probleem, in die zin dat 99% van ons cliënteel actief is of was op legale websites. Er bestaat natuurlijk ook een illegale markt en er moet iets aan gedaan worden om kwetsbare jongeren en burgers daar zoveel mogelijk van weg te houden.” Een kanttekening hierbij is dat de illegale operatoren geen tools aanreiken om spelers door te verwijzen naar hulpinstanties, waardoor jongeren die actief zijn op het illegale circuit minder snel hulp vinden en zoeken, daar waar dat bij legale operatoren wel het geval is, wat maakt dat de hulpvraag er ook hoger ligt.
De Kansspelcommissie (KSC) – de waakhond van de goksector – laat weten dat de situatie gekend is en unaniem afgekeurd wordt, maar haalt aan dat eenduidige oplossingen voor het probleem niet voor de hand liggen en vaak niet doeltreffend zijn.
Van Hecke (Groen) spreek over een en-en-verhaal. “Ik zeg niet dat eventuele verstrengingen geen verschuiving naar de illegale gokmarkt zullen creëren, maar dat is geen sterk argument. Datzelfde hoorden we ook toen we een aantal jaar geleden bezig waren met een verstrenging van de wapenwetgeving. Toen zeiden de lobbies ook: ‘hoe moeilijker je het maakt, hoe groter de kans dat mensen het op een zwart circuit gaan halen.’ Ik vind dat geen reden om bepaalde zaken niet in te voeren, maar wel om te pleiten voor een beleid met een strenge wetgeving die goed gecontroleerd wordt én die de illegale websites en gokindustrieën keihard aanpakt.”
Roes(t)ervaring
“Behalve verstrengingen, moet er ook gefocust worden op preventie en sensibilisering”, haalt Willemen aan. “Het bespreekbaar maken in scholen en sportclubs is daarbij belangrijk, en ik heb ook de indruk dat dit steeds vaker gedaan wordt. Ook campagnes die het thema aankaarten zijn nodig.”
Het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) heeft per leeftijdsgraad een eigen leerlijn opgesteld die leerkrachten en scholen kunnen gebruiken om het thema gokken bespreekbaar te maken bij leerlingen. “In de nieuwe leerlijn ‘verslavingspreventie’ die scholen, leerkrachten, … kunnen gebruiken om rond verslavingsthema’s te werken, raden we aan om enkel klassikaal te werken als gokken in de leefwereld van meerdere leerlingen zit. Merk je als leerkracht dat een van de leerlingen gokt, ga dan best individueel het gesprek aan. Dat blijkt effectiever te zijn dan het thema klassikaal te bespreken”, aldus Ellen Coghe (onderwijs) en Jolien Moernaut (gokken) van VAD.
Een online enquête van de Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de Universiteit Gent en VAD concludeerde in 2019 dat leden van sportclubs vijf keer meer deelnemen (15%) aan sportweddenschappen in vergelijking met de algemene Belgische bevolking (3%). “Ik heb zelf jarenlang op een degelijk niveau gevoetbald. Het onderwerp sportweddenschappen was geen taboe”, verklaart Kasper.
De Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) zorgt sinds vorig seizoen dat het thema gokken ook besproken wordt binnen de kleedkamermuren. “We zijn momenteel met twee projecten bezig, één gerelateerd aan profvoetbal, het andere aan amateurvoetbal”, vertelt Thibault De Gendt, medewerker bij de KBVB. “In het seizoen 2019-2020 zijn we rond gegaan bij alle 24 profclubs in België. Samen met de Engelse profvoetballer Scott Davies – die zelf veel geld verloor met gokken en ervaringsdeskundige is – hebben we bij elke club een presentatie gegeven over wedstrijdvervalsing en de gevaren van gokken die eraan gelinkt zijn. Dit seizoen willen we die profclubs opnieuw gaan bezoeken, ditmaal om de belofteploegen te informeren. Het coronavirus steekt daar vooralsnog een stokje voor”, verduidelijkt De Gendt die aanhaalt dat de amateurclubs weldra zullen volgen. “In 2020 zijn we in een project gestapt, gesteund door de Europese Unie en UEFA, dat specifiek gericht is op jeugd- en vrouwenvoetbal en inhoudt dat we de leden van die ploegen bewust willen maken van integriteit in het voetbal. Gokken en weddenschappen afsluiten horen daarbij.”
De Kansspelcommissie en VAD pakten in het verleden al uit met preventiecampagnes. In oktober 2020 bundelden Te Gek – een organisatie die psychische problemen bespreekbaar maakt - en VAD de krachten voor de Te Gek?!-campagne Roes(t) - verwijzend naar een roeservaring. Met de campagne willen beide organisaties de drank-, drug-, en gokproblematiek bespreekbaar maken door middel van georganiseerde activiteiten.
Politieke slakkengang
Experts en politici zijn het erover eens dat extra maatregelen en verstrengingen zich opdringen om het gokprobleem in België aan te pakken. “Jongeren raken te snel en te eenvoudig verleid om een gokje te wagen. De talloze wedmogelijkheden die online zijn terug te vinden maken het er niet beter op. De cijfers omtrent de gokproblematiek bij jongeren liggen hoog en ik vrees dat we de piek nog niet bereikt hebben. Een strengere regelgeving dringt zich op”, klinkt het bij ervaringsdeskundige Nilis.
Van Hoof (CD&V) laat weten dat nieuwe maatregelen op komst zijn, maar dat het wellicht tijd zal vragen. “Het is een proces van lange adem, maar ik denk dat we er wel in zullen slagen om de nodige maatregelen door te voeren. Een belangrijk gegeven zal zijn om geen ongelijkheid in de wetsvoorstellen te creëren, want de goklobby springt daar met al zijn goedbetaalde advocaten maar al te graag op, wat het proces alleen maar vertraagt. Net zoals bij de aanpak van tabak destijds, zullen ook in de goksector stap voor stap zulke voorstellen gerealiseerd worden, maar dat is niet meteen voor morgen”, aldus de Leuvense politica.
Eensgezindheid in de politiek – op alle beleidsniveaus en bevoegdheidsdomeinen - zal een ander cruciaal element worden om de voortgang en de aanpak van de gokproblematiek niet te bemoeilijken, alsook het afwegen van alle financiële belangen.
Wedoperator Bingoal geeft aan eventuele verstrengingen te zullen volgen, maar benadrukt de wil om alle sectoren gelijk te behandelen. “Wij denken dat we op een gezonde manier een plaats kunnen hebben in de maatschappij”, laat Vanlerberghe, de leidinggevende tak van Bingoal, weten “Als er nog verstrengingen worden doorgevoerd, zullen wij ons daar ook aan houden, maar dan moeten die voor iedereen gelden en op studie-gebaseerde beslissingen worden genomen. Met iedereen bedoelen we ook de illegale operatoren.”
Het laatste woord is voor Wim, die een duidelijke boodschap meegeeft. “Gokken is een gevaarlijke spel, een ziekte. Ik heb het van dichtbij meegemaakt. Eerst bij mijn moeder, nadien ook bij mezelf. Iedereen is er vatbaar voor en het maakt alles kapot. Als jongeren nu niet gewaarschuwd worden, dan krijgt onze toekomstige generatie en de maatschappij het zwaar te verduren. Gokken wordt steeds op een slinksere manier gepromoot en dat moet echt aangepakt worden.”
“Wat mezelf betreft wil ik in de toekomst lezingen geven om mijn ervaringen te delen. Er zullen nog moeilijke momenten en teleurstellingen komen, de drang om te gokken zal er altijd zijn, maar daar moet ik ook mee leren omgaan. Ik ben op de goede weg en ben trots op waar ik nu sta”, besluit Wim.
(*Jimmy, Kasper en Wim zijn fictieve namen om de privacy van de getuigen te bewaren).