(Apache) De voorbije twee jaar sprak de Brusselse afdeling van de Katholieke Arbeidersjongeren met meer dan vijfhonderd jongeren die op zoek zijn naar een baan. De resultaten daarvan werden recent voorgesteld. "Jongeren moeten een toekomst opbouwen zonder de zekerheid van een vaste baan", is de sombere conclusie.
Het Brusselse gewest heeft al jaren te kampen met de hoogste werkloosheidscijfers in België. Bij Actiris (de Brusselse pendant van de VDAB) stonden eind april 124.000 werkzoekenden ingeschreven, voor iets meer dan 5.000 vacatures. Voor jongeren lopen de werkloosheidscijfers, zoals overal in Europa sinds de economische crisis in 2008 uitbrak, nog hoger op: in mei was 27 procent van de Brusselse jeugd op zoek naar werk. Dat is al heel wat minder dan een jaar geleden, maar het cijfer ligt nog steeds bijna 20 procent hoger dan het gemiddelde voor alle Belgen. Dat is des te pijnlijker omdat jongeren die na hun schooljaren een lange periode zonder werk zitten, de gevolgen daarvan voor de rest van hun carrière zullen blijven voelen.
Wanhopige verhalen
De KAj sprak de afgelopen twee jaar met ongeveer vijfhonderd jongeren die ze troffen aan interim-kantoren en Actiris, en noteerde hun getuigenissen. Ze wilden een beeld krijgen van hoe jeugdwerkloosheid aanvoelt, en wat de grootste moeilijkheden zijn waar jongeren zonder werk mee te maken krijgen. “We hebben veel wanhopige verhalen gehoord”, vertelt Joke Coopman van de KAJ. “Jongeren solliciteren en solliciteren maar, en krijgen vaak zelfs geen antwoord meer. We spraken met mensen die na een jaar nog geen enkel sollicitatiegesprek hadden gekregen. Ze gaan langs interim-kantoren, en krijgen daar vaak te horen dat er geen enkele vacature voor hen is.”
“Maar zelfs wie het geluk heeft werk te vinden, moet blijven uitkijken. Tegenwoordig gaat het heel vaak over vervangingscontracten voor een korte tijd, of interim-contracten. We hoorden verhalen van mensen die worden ontslagen, net voor de proeftijd is afgelopen. En dat geldt niet enkel voor laagopgeleiden. Zelfs jongeren met een opleiding waarvan je zou denken dat ze er snel werk mee vinden, zoals elektriciens, moeten eindeloos op zoek.”
"Uiteindelijk is een stage ook maar één lijntje dat jongeren aan hun CV kunnen toevoegen."
Wat zijn de grootste hindernissen?
Coopman: “Er is gewoon geen werk. Als er zich voor één jobaanbieding honderden mensen aanbieden, worden er heel veel hindernissen opgeworpen vooraleer iemand zelf nog maar in aanmerking komt om een sollicitatiegesprek te krijgen. Iedereen die een kans wil maken moet in Brussel tweetalig zijn, er wordt bijna altijd om ervaring gevraagd – wat voor veel jongeren uiteraard onmogelijk is – en vaak verlangt men ook een universitair bachelordiploma. Zo raken jongeren niet aan de bak: er is altijd wel iemand anders met tien jaar ervaring.”
Kwam discriminatie ook terug in de gesprekken?
Coopman: “Daar is moeilijk de vinger op te leggen. Er zijn jongeren die aangeven dat ze daardoor niet vooruit geraken op de arbeidsmarkt, maar er zijn er evengoed die het beschouwen als de zoveelste drempel voor een baan. Naast al die andere criteria, komt dat er ook nog eens bij.”
Tien jaar crisis
Jullie beweerden dat stages en opleidingen weinig zoden aan de dijk zetten. Helpt dat dan helemaal niets?
Coopman: “Het helpt jongeren individueel vooruit. Met een stage doen ze ervaring op, maar uiteindelijk is dat maar één lijntje dat ze op hun CV kunnen bijschrijven. Na zo een periode ziet de arbeidsmarkt er nog helemaal hetzelfde uit, en moeten ze het opnemen tegen duizenden andere gegadigden.”
De programma’s die de overheid opzet om jongeren te begeleiden zijn zinloos?
Coopman: “Als het echt over intensieve begeleiding gaat, wat ervoor zorgt dat jongeren ook effectief aan een job geraken, is het uiteraard niet zinloos. Daarmee raken ze vooruit. Maar al bij al gaat dat vaak maar om enkele honderden plaatsen. Het zijn altijd kleinschalige initiatieven die veel te weinig jongeren helpen. Dat is geen oplossing voor het probleem.”
"Jongeren activeren als er helemaal geen werk is, heeft weinig zin"
Is er eigenlijk een oplossing? Zolang de crisis blijft duren, komen er geen banen bij.
Coopman: “Arbeidsmarktspecialist Jan Denys beweert dat de crisis nog tien jaar kan duren. Moeten we echt nog zo lang wachten tot jongeren weer kans maken op een job?”
Zeg het maar.
Coopman: “Het is net die vraag die we willen opwerpen met deze enquête. Zelfs als er tienduizend jobs in Brussel worden gecreëerd, is het probleem niet opgelost. En toch willen veel jongeren vandaag een stabiel leven opbouwen. Hoe kan dat zonder de garantie op een vast arbeidscontract. Is het mogelijk om een goed leven te leiden zonder een goede baan? Dat bleek een heel moeilijke discussie te zijn, maar die moeten we aangaan. En liefst ook zonder opgejaagd te worden door de samenleving. Jongeren gaan op zoek naar alternatieven. Ze trekken soms terug in bij hun ouders omdat ze niet alleen kunnen wonen, maar dat kan niet het enige perspectief zijn.”
Het korten van de uitkeringen is in jullie ogen misschien geen goed idee.
Coopman: “Ik krijg daar rillingen van. Het gaat altijd over activeren: werklozen en jongeren moeten worden geactiveerd tot ze werk vinden. Maar er is helemaal geen werk. Ze houden daar jongeren gewoon mee bezig om ze bezig te houden. Dat heeft weinig zin. We zullen echt met andere oplossingen moeten komen.”
Meer informatie vindt u op de site van de KAj.
© 2014 – Apache – Peter Casteels